Beginnen met een nieuw boek of een verhaal is spannend en opwindend.
Je hebt voorbereidingen getroffen: research gedaan, misschien al een plot geschreven. Aan de slag! O, wacht even: heb je ook al nagedacht over de vorm die je verhaal moet krijgen?
De vorm waarin je een boek schrijft is bepalend voor de leeservaring aan je publiek.
Gebruik je de verleden tijd, werk je met flashbacks, schrijf je sober of bloemrijk, is er veel dialoog of meer overpeinzing en wie is eigenlijk je verteller? Wat weet het publiek en wat weten de personages? En ook een goeie: op welk punt in het verhaal begin je te vertellen? Elke keuze heeft gevolgen.
Drie momenten waarop je de vorm kiest
Er komt een moment dat je moet bepalen welke vorm je kiest voor je verhaal. Dat kan bijvoorbeeld zijn: voordat je begint te schrijven aan je scènes. Let vooral op het cursief geschreven woordje ‘kan’.
Je kunt op drie momenten beslissen welke vorm je verhaal moet krijgen.
- Voordat je begint met schrijven
- Terwijl je bezig bent
- Een combinatie van de eerste twee.
Ik denk dat het gros van de schrijvers in meer of mindere mate op die laatste manier te werk gaat.
Want wat je ook van tevoren bedenkt, de realiteit van je verhaal is vaak zo veelomvattend dat je je daar op voorhand geen voorstelling van kan maken.
Een doortimmerd plan is fantastisch, maar blijf alert. Ook al staat duidelijk in het recept dat de taart drie kwartier in de oven moet, je blijft toch geregeld door het venstertje kijken, nietwaar?
Vermoei je niet met wat je niet beheerst
Ik ben van nature een vrij ongedurig persoon. Ik kan ook helemaal niet plannen. Wat zou ik me dan vermoeien met iets dat ik niet beheers? Ik begin te tikken en onderweg kom ik tot de conclusie dat verschillende verhaalelementen met elkaar in tegenspraak zijn. Geen man overboord. Je zult versteld staan over het gemak waarmee je achteraf oneffenheden kunt gladstrijken.
Bepaal vooraf wie de verteller van je verhaal is
Maar er zijn dingen die ik toch graag op voorhand vastleg.
Zoals of ik in de eerste of de derde persoon schrijf. Of ik verleden of tegenwoordige tijd gebruik. Je wilt niet op bladzijde 300 erachter komen dat de tekst van de tegenwoordige tijd moet worden omgeschreven naar verleden. De functie ‘knip en vervang’ op de computer kan een hoop, maar dat zul je toch echt allemaal handmatig moeten doen. Een hele klus.
Maak je keuzes bewust
Ik werk nu aan een nieuwe roman, die, in tegenstelling tot mijn eerdere boeken, vooral drijft op de plot. Ik maak nu voor het eerst gebruik van een alwetende verteller. En, ook voor het eerst, schrijf ik in de verleden tijd. Ik maak die keuze omdat ik hiermee de aandacht gedeeltelijk probeer te verplaatsen van het innerlijk van de hoofdpersoon naar de loop het verhaal.
En door in de verleden tijd te schrijven probeer ik te zorgen dat de lezer iets meer van een afstand naar de scènes kijkt en zodoende meer oog heeft voor de plotwendingen. Ik maak die keuzes niet zomaar. Wil ik dat mijn boek een knaller wordt, dan laat ik niets aan het toeval over. Overal over nadenken.
Elke keuze heeft een bedoeling
Zo heeft elke keuze die je maakt een bedoeling. Hoe werk jij het liefst? Of heb je problemen op gebied van vorm waar je tegenaanloopt? Deel het met je vrienden van boekschrijven.nl.
David Mulder
Laatste berichten van David Mulder (toon alles)
- Hoe je hoofdstukken schrijft die zinderen - 12 mei 2021
- Hoe schrijf je over jouw eigen leven? - 1 februari 2021
- Vier tips om meer te schrijven in minder tijd - 22 juli 2020
Ik stel nummer #2 (“Bepaal vooraf wie de verteller van je verhaal is”) uit door de eerste versie in een soort ‘scenario-format’ te schrijven. Pas helemaal aan het eind kies ik welk perspectief het beste past voor een bepaalde scène en schrijf ik alles uit. Vind ik persoonlijk erg prettig werken!
Klinkt goed, Mara!
In mijn manuscript ‘Mijn hart in de kreukels’ is de protagonist Vlinder de verteller. Nu ik aan het herschrijven ben twijfel ik of het niet beter was geweest om vanuit de alwetende verteller te schrijven, want dan heb je veel meer vrijheid. Nu ben ik beperkt tot de perceptie van de protagonist en ik heb het gevoel dat ik er minder uit heb gehaald dan had gekunt. Maar nu het verhaal af is (80.000 woorden totaal) ga ik de keuze voor verteller niet meer wijzigen. Teveel werk. Dus David heeft gelijk: bedenk vooraf wat je wilt bereiken en kies pas dan voor de vorm.
Ik heb al vele verhalen geschreven en altijd bepaal ik van tevoren wie het verhaal vertelt (ik-perspectief of alwetende verteller), het verhaal in grote lijnen weet ik dan in mijn hoofd ook wel. Maar tijdens het schrijven en herschrijven van een verhaal kunnen er heel wat dingen veranderden. Niet alleen gebeurtenissen, maar ook bijvoorbeeld namen. Zelf vind ik dit erg prettig werken
Groetjes, Lisa
Het is goed om niet klakkeloos op te schrijven wat je van tevoren bedacht hebt. Blijf alert, zoals jij ook doet, Lisa. Tijdens het schrijven krijg je geheid nieuwe ideeën die je verhaal kunnen verrijken…
Maar het boek is het toch wel waard om te herschrijven, ook al kost dat (veel) tijd? Anders het net niet wat je wilde. Ook jammer toch?
Sorry, mijn reactie verkeerd geplaatst. Deze was bedoeld voor Ingrid.
Hoi Marianne. Dank voor je reactie. Ja het boek is zeker de moeite van het herschrijven waard. Maar bij het veranderen van perspectief krijg je wel een totaal ander verhaal. En ik moet zeggen dat ik heel tevreden ben met de loop van het verhaal zoals het nu is. De uitdaging is nu wel om ‘ondanks de afwezigheid van een alwetende verteller’ de lezer zoveel als mogelijk mee te geven. En ik houd wel van een uitdaging, vandaar dat totaal herschrijven naar een ander perspectief op dit punt van het proces niet mijn voorkeur heeft.
Goed dat je weloverwogen bij je standpunt blijft! Als je achter je verhaal staat, is dat merkbaar voor de lezer. Succes verder met je boek! (Wat een heerlijke hobby, hè?)