VNNN 5: Herschrijven - zo verandert een eerste scène - Boekschrijven.nl

Van niks naar novelle: aflevering 5. Volg hoe schrijfcoach David in de aanloop naar Schrijf! 2015 een compleet boek schrijft. Deze week laat hij zien hoe herschrijven de eerste scène heeft veranderd en verbeterd.

Vorige week kon je het resultaat van mijn eerste schrijfsessie lezen. Natuurlijk moest die nog wel herschreven worden. Er moest voornamelijk tekst bij, omdat ik, zoals zo vaak, in eerste instantie veel te veel informatie in te weinig tekst had gestopt. Dus hieronder zie je wat ik ervan gemaakt heb. Volgende week zal ik je op de hoogte brengen van mijn voortgang. Een tipje van de sluier: het gaat nog niet zoals het moet gaan…

herschrijvenHet oog van de storm

Markus stond naakt in de gang, druipend van het douchewater. Door het huis trok een spoor van natte voetstappen. In de badkamer klaterde nog de douchestraal, die hij niet had uitgedraaid toen hij impulsief eronder vandaan was gelopen. Vanuit de badkamer leidde het spoor over de trap, via de kelderkast, waar hij een schroevendraaier uit de gereedschapskist had gegraaid, door de gang. Het spoor mondde uit in de plas waarin Markus stond. Hij wrong de schroevendraaier tussen de lade en het bovenblad van een dressoirkastje.

De douche, dat was altijd Markus’ veilige haven geweest. Hij had vele beroepen uitgevoerd en voordat Pon in zijn leven kwam waren er veel vriendinnen geweest. In elke levensfase kon hij terugvallen op de goede oude douchebeurt, als hij het overzicht kwijt was en zijn gedachten moest ordenen. Het water kletterde in zijn nek, het spoelde hem schoon; weg gleden alle overbodige gedachten, weg de complicerende factoren. Onder de douche kon hij zijn gedachten ordenen. In moeilijke tijden stond hij er soms drie keer per dag.

Het hout van het bovenblad splinterde  toen hij de schroevendraaier als een hefboom omhoog bracht en het geluid deed hem denken aan de verstandskies die de vorige dag uit zijn kaak verwijderd was.

Opmerking

Het hout van het bovenblad: Eerlijk gezegd weet ik zelf nog niet wat Markus daar zoekt, in het kastje. Gedurende het schrijven hoop ik dat het zich aandient. Enerzijds riskant, want als ik niets bedenk, dan  kan deze hele openingsscène de prullenmand in. Anderzijds geef ik mezelf een aanknopingspunt, iets om me op te richten.

Vervolg scène

De chirurg had na enig wrikken zijn assistent de opdracht gegeven een grotere tang te gaan halen, ‘die we normaal nooit gebruiken’. Markus had de knie van de arts op zijn borstkas moeten dulden en met een naar voren geknakte nek het rukken aan zijn kies moeten weerstaan. Hij had moeten aanhoren hoe de chirurg kracht zette, alsof de man een protesterende drol naar buiten probeerde te werken.

Opmerking

‘die we normaal nooit gebruiken’: Haha, dit is iets dat een vriend van me ooit is overkomen. Toen hij het vertelde, dacht ik al dat het ooit in een stuk proza van mij terecht zou komen…

Vervolg scène

‘Godverdomme,’ vloekte Markus, toen hij merkte dat het hout weliswaar spleet, maar op de verkeerde plek. Hij had het dressoirkastje nu gemold, maar de schoot van het slot bleef verzonken in de uitsparing erboven. Hij schrok van zichzelf, toen de vloek uit zijn mond kwam. Vanaf het moment dat Elsa kon praten, zo’n vijftien jaar geleden, had hij zichzelf aangeleerd om vloekloos door het leven te gaan. Eerst alleen als zijn dochter erbij was, maar later steeds meer als een voor zichzelf bedoeld statement. Niet vloeken betekende: in balans zijn. Betekende: controle.

Opmerking

Controle: Ik heb het gevoel dat dit een belangrijk thema gaat worden. Markus verlangt ontzettend naar controle. En natuurlijk ga ik hem dat ontnemen, in dit verhaal.

Vervolg scène

Het vuilbekken was hem met de paplepel ingegoten door zijn beide ouders, die met elkaar wedijverden wie de meeste smeerlapperij in een zin kon proppen. Zijn vader kon een woord, beginnend met ‘godgloeiende-‘, een adem teug lang op het ritme van zijn op en neer wippende sigaarpeuk laten voortduren, als hij met zijn waterpomptang bezig was leidingen van cv installaties aan elkaar te bevestigen.

Markus had die gewoonte in eerste instantie overgenomen, zoals kinderen het gedrag van hun ouders nu eenmaal kopiëren. Op de lagere school lachten zijn klasgenoten opgewonden als hij zijn spekkige taal uit zijn mond liet kletsen. De aandacht die op hem neerstreek maakte hem tegelijkertijd trots en verdrietig. Op de middelbare school was hij zich voor het taalgebruik van zijn ouders gaan schamen en nam hij nooit een vriend mee naar huis. Natuurlijk vloekte hij nog. Het was zijn tweede natuur. Op het voetbalveld, vooral bij uitwedstrijden in omringende kerkdorpen, werd hij vaak tot de orde geroepen door de scheidsrechter, of ook door tegenstanders die zijn heiligschennis niet konden aanhoren.

Toen hij school had verlaten en meteen als houtbewerker aan de slag ging – en daarnaast wekelijks op de kunstacademie zijn opdrachten inleverde – probeerde hij zijn bargoens in wat elegantere banen te leiden. Zijn vader kon over zijn auto zeggen dat hij na een wasbeurt glom als een natte pruim in de maneschijn. Of hij waarschuwde Markus dat die lui van de kermis je de stront uit je lijf schopten, als je er mot mee kreeg. Die beeldende kwaliteit van zijn ouders’ spreektaal probeerde Markus te behouden, in de nieuwe vocabulaire die hij zich aanmat. Hij zocht metaforen in de geneeskunde, het dierenrijk en in wetenschappelijke verhandelingen over sterven en vergaan . Hij zag het als een literaire opgave om zijn afkomst niet te verloochenen en tegelijkertijd aansluiting te vinden bij groepen waar hij nu mee omging.

Opmerking

Hij zocht metaforen … sterven en vergaan: Hier laat ik Markus precies hetzelfde doen als ik doe bij het vergaren van materiaal voor dit verhaal. Zie ook aflevering 3.

Vervolg scène

Toen Markus daar in het dressoirkastje stond te wrikken en de vloek uit zijn mond voelde opwellen, probeerde hij hem te smoren in zijn mond die vol zat met hechtingen en lillend tandvlees. Hij wilde de uitroep  binnen houden. Eraan toegeven zou betekenen dat hij definitief de controle over zijn leven kwijt was. Een bewijs, overigens, van iets dat hij al wist. Maar na de eerste binnensmondse lettergreep, ‘godvrr,’ liet hij hardop en langgerekt de ontlading komen, ‘domme!’, vergelijkbaar met de keren dat hij, in hijgpartijen met Pon, zijn orgasme wilde inhouden en hij pas als het al in hem omhoog kolkte besefte dat het daarvoor te laat was. Dan gaf hij zich er alsnog aan over, jammerend van zowel genot als spijt.

Ja, het was inmiddels dik een half jaar geleden dat ze voor het laatst tegen elkaars bezwete lichamen aan hadden liggen stoten. Pon hees zich het afgelopen half jaar in een joggingpak, voordat ze in bed naast Markus kwam liggen. Ze propte het bovenstuk in de broek en snoerde het vast met een koord. Ze trok dikke, hoge sokken aan die ze over de pijpen van de broek tot bij haar knieën optrok. Het metaal van haar harnas kletterde en piepte als ze haar kussen schikte en met opgetrokken knieën zocht naar een slaaphouding, haar rug naar hem toe gedraaid.

Het dressoirkastje stond onverzettelijk op zijn staakpootjes. Pon had de laden lichtblauw geschilderd en de rest van het hout oranje. Koperbeslag sierde de randen. Het was de fusion van antiek en eigentijds waarmee ze zo’n vijf jaar geleden begonnen was, en die ze door ontwikkeld had. De stijl was aangeslagen bij een publiek van vrouwen die cowboylaarzen combineerden met bloemetjesjurken.

Vandaag, nu, op dit moment, liet Pon zich toejuichen, bij de opening van haar nieuwe, grote, hip vormgegeven winkel. Hij was er niet bij. Hij stond in de gang een van haar eerste creaties toe te takelen. Hij wist niet eens goed waar hij naar op zoek was. Misschien wilde hij simpelweg dat ze iets voor hem verborg. Wilde hij verongelijkt kunnen zijn, een aanleiding hebben om de woede die hij voelde de verantwoorden.

De eigenschap die hij in Pon altijd zo gewaardeerd had, haar eerlijkheid, maakte hem nu gek van machteloosheid. Als niet kunnen slapen. Heel lang niet kunnen slapen. Op een kinderlijke manier voelde het goed om iets van haar stuk te maken. Zo lang weloverwogen geweest. Zo lang een en al begrip.

Het kastje was kapot, maar het slot bleef gesloten. Het gekraak van het hout had Markus uit de opgewonden staat gehaald die hem ertoe gebracht had om druipnat onder de douche vandaan te springen en de inboedel te gaan molesteren. De associatie met het trekken van de kies had hem terug gebracht in het besef dat Pon een deel van hem was, een deel van zijn leven althans, dat geamputeerd zou voelen, mocht hij er afstand van doen.

Hij zag zichzelf daar staan, nat en naakt, en onwillekeurig kwam het beeld in hem op dat zijn geslacht beklemd zou raken, bij het terugtrekken van de schroevendraaier en het neerkomen van het blad, dat zich inderdaad op kruishoogte bevond. Hij stootte een lach uit bij de gedachte, droog en kort. Hij hier vast geklemd, geen kant op kunnnend, wachtend op de eerste die thuis zou komen en hem zou aantreffen in deze compromitterende houding. Hij vroeg zich even af aan wie hij de voorkeur zou geven: Elsa of Pon, maar als snel liet hij dat vraagstuk voor wat het was. Het beeld was niet toevallig verschenen, bedacht hij. Het zou perfect uitdrukken hoe hij zich nu voelde.

Het geluid van de klaterende douche op de eerste verdieping drong nu tot hem door. Hij kwam weer tot zichzelf. Zijn knijperige, zuinige zelf.

Lees de eerdere blogposts over ‘Van niks naar novelle’:

The following two tabs change content below.

David Mulder

Ik geef schrijfles sinds 1999. En natuurlijk zit ik zelf een groot deel van de dag te tikken. Ik maak allerlei soorten teksten, maar de meeste energie steek ik in mijn romans.

Laatste berichten van David Mulder (toon alles)