Als je bezig bent met je verhaal, creëer je een universum op zichzelf. En als je erin duikt, aan je schrijftafel, verdwijnt alles om je heen. Dat is een heerlijke plek om te zijn. Maar pas op: je kunt er ook te veel in opgaan en dan drijf je af. De context verdwijnt. Daarom is het van wezenlijk belang om je verhaal te af te zetten tegen de echte wereld om je heen. Een reality check.
Een confronterend moment
Ik ben al een jaar of twee bezig met het schrijven van een filmscript. Het is een project waaraan ik in een rustig tempo werk, naast mijn betaalde opdrachten. Ik heb al vele fases achter de rug: het plot bepalen, de personages vormgeven, de thematiek helder krijgen en een storyline uitwerken. Zelfs de dialogen in de scènes heb ik al geschreven. Ik beeldde me in dat ik dicht bij een definitieve versie was. En toen ineens kwam er een confronterend moment.
Ik zat in een bioscoopzaal. Niet om research te doen voor mijn eigen project; ik zat daar als liefhebber, als consument en ik liet me meeslepen door het verhaal. Maar de schrijver in mij is nooit ver weg. En plotseling kreeg ik een inzicht. De speelfilm die ik zag had namelijk meerdere scènes waarin het ‘erop of eronder’ was voor de hoofdpersoon. Scènes die de boel volledig op de spits dreven. ‘Ja, hèhè,’ zeg jij nu tegen mij. ‘David, dat is juist wat je ons al jaren lang aan het uitleggen bent. Drama op het scherpst van de snede. Spanning. Scherpe wendingen.’
Natuurlijk weet ik dat ook wel. En toch, terwijl ik daar zat, in het donker, vroeg ik me plotseling af in hoeverre ik in mijn eigen scenario die uiterste rand had opgezocht. Had ik mijn hoofdpersoon het water aan de lippen gebracht? Had ik scènes waarin de de toeschouwer zijn adem zou inhouden omdat er totaal iets anders gebeurde dan hij verwachtte? Oei, een gewetensvraag. Het antwoord was: jawel, maar het kan nog beter.
De schrijver is een jongleur
Bij het schrijven moet je wel tien ballen in de lucht houden. Je verhaal moet kloppen, het moet ergens naartoe gaan, het tempo moet goed zijn en ga zo maar door. En dan kan het gebeuren dat een van die tien ballen op de grond valt, zonder dat je het merkt. Je ogen zijn gericht op die andere negen, in de lucht.
Het hoeft niet in een keer goed
Maar geen nood: er komt altijd een moment dat je blik even afdwaalt en dan zie je dat er iets op de grond ligt. Het is gewoon een kwestie van je hele tekst weer nalopen met de puntenslijper en de scènes aanscherpen. Verwacht niet van jezelf dat je het in een keer goed doet. Ikzelf, met een dikke twintig jaar aan schrijfervaring, blijf ook maar knoeien. Geloof me, zelfs na publicatie kan ik soms nog grote missers aanwijzen.
Sommige schrijvers zeggen dat ze geen andere romans lezen als ze zelf aan eentje werken. Ze willen zich niet laten beïnvloeden. Maar ik doe dat juist wel. Het inspireert me. Het laat me zien hoe hoog je de lat moet leggen om een publiek te kunnen boeien. Het voorkomt dat ik laks word en het zorgt dat ik alles uit mezelf haal om het beste boek te schrijven dat ik in me heb.
Wat doe jij om jezelf scherp te houden? Deel het met je vrienden van boekschrijven.nl.
David Mulder
Laatste berichten van David Mulder (toon alles)
- Hoe je hoofdstukken schrijft die zinderen - 12 mei 2021
- Hoe schrijf je over jouw eigen leven? - 1 februari 2021
- Vier tips om meer te schrijven in minder tijd - 22 juli 2020
Leuk stuk, eerlijk en herkenbaar. Om de vraag te beantwoorden: ik laat tegenlezen en ik lees ook andere romans met een leergierig schrijversoog. Het lastigst vind ik het nog om te voorkomen dat de spannende wending geforceerd overkomt (‘ o ja, hij moest het zeker spannend maken’)