Je verhaal is een huis. En wie erin rondlopen zijn je personages. Ze komen elkaar tegen op het balkon, in de keuken en op zolder. Soms gaat er een naar buiten, die een tijdje later weer voor de deur staat.
Het huis behoort toe aan je hoofdpersoon. Zij is degene om wie het verhaal draait. Zij is ook degene met wie de lezer meeleeft. In jouw eigen boek kunnen veertig nevenpersonages rondlopen, of misschien maar twee. Wat ze met elkaar gemeen hebben, is dat ze iets duidelijk maken over de hoofdpersoon.
In dienst van de hoofdpersoon
Laten we een hoofdpersoon kiezen. We noemen haar Gwen. In haar huis – haar leven – lopen verschillende andere mensen rond.
Bijvoorbeeld Pia. Zij heeft de gewoonte om ’s ochtends vroeg te oefenen voor haar paaldans act. Daarmee maakt ze Gwen wakker. Het personage Pia laat hiermee zien, dat Gwen geen ochtendmens is.
Maar dat niet alleen. Ze geeft de schrijver de kans om te laten zien hoe Gwen met deze situatie omgaat. Koopt ze de dikste oordoppen die ze bij de Etos kan vinden? Of forceert ze met een karatetrap de deur van Pia’s kamer en slaat ze haar vervolgens met haar hoofd tegen de bedrand? Twee nogal verschillende reacties, die veel duidelijk zouden maken over Gwen. Leren schrijven is: leren jezelf mogelijkheden verschaffen.
Zie de personages in je eigen boek als het begeleidingscombo van je hoofdpersoon. Op Gwen staan de lampen gericht; haar zang trekt alle aandacht.
Maar de begeleidingsband kan haar stem breekbaar en intiem laten klinken als ze zacht spelen. Of als de drummer en de blazers tekeer gaan kunnen ze haar dwingen ongenadig uit te halen om er bovenuit te komen.
Uitgesproken personages
Hoe uitgesprokener je personages zijn, hoe leuker een boek schrijven wordt. In Oblomov, de roman van Gontsjarow, is de hoofdpersoon een lamzak die nauwelijks van de divan te krijgen is. Zelfs zichzelf aankleden in de ochtend ervaart hij als een enorme opgave. Zijn bode, Zachar, is humeurig, onwillig en onbeschoft.
Zet deze twee mensen bij elkaar in de kamer en de scène zal helder en levendig zijn. En een genot om te schrijven.
Niet alledaags
Personages bedenken kun je doen voordat je begint te schrijven. Ik pleit ervoor om zaken als: beroep, uiterlijk, karaktereigenschappen en mogelijke gebreken of tekortkomingen ver van het alledaagse te houden.
Een lezer wil dingen zien die hij nog niet kent. Situaties die hij wel herkent, maar de omstandigheden waaronder die gepresenteerd worden, zijn nieuw.
Zoete inval
Iedereen weet hoe het is om wakker gemaakt te worden door een huisgenoot. Maar dat je onderbuurvrouw een paal vlak onder je bed aan het plafond heeft bevestigd, en dat het geslinger kraakt en knarst, dát niet. Natuurlijk bedenk je ook nieuwe eigenschappen van je personage tijdens het schrijven. Of zelfs hele nieuwe personages.
Deze zoete inval (om maar in termen van een woning te blijven) maakt het schrijven juist zo spannend.
Meer weten over hoe je jouw personage tot leven brengt?
Onze schrijfmodule: ‘Personage tot leven brengen’ helpt je op weg. Schaf de module hier voor maar €9,95 aan.
David Mulder
Laatste berichten van David Mulder (toon alles)
- Hoe je hoofdstukken schrijft die zinderen - 12 mei 2021
- Hoe schrijf je over jouw eigen leven? - 1 februari 2021
- Vier tips om meer te schrijven in minder tijd - 22 juli 2020