Schrijven is een solo bezigheid. Jij en je personages. Jij bepaalt de verhaalwereld, de regels. Jij kiest welke conflicten een rol mogen spelen en welke niet.
Je kunt je er helemaal in verliezen. Week na week leven in jouw verhaal. je staat ermee op en je gaat ermee naar bed. Je droomt ervan. Op elk moment krijg je ingevingen. Een opwindend en heerlijk proces.
Je vraagt om feedback
Maar er komt een moment waarop je het verhaal gaat delen. Je bent benieuwd of wat jij hebt geschreven bij de lezer overkomt zoals jij het hebt bedoeld. Dus je geeft je verhaal aan je partner, aan een vriendin of aan een proeflezer.
Je zegt: ik wil alles weten. Wat vind je van mijn verhaal? Is het spannend? Zie je het voor je? Wil je doorlezen?
Intussen bibber je van binnen en misschien ook wel van buiten. Want de intimiteit is doorbroken. Jouw veilige schrijfwereld, waarin je samen was met je personages is verdwenen. Je hebt zelf de deur opengezet.
Feedback is nodig, maar spannend
Geen enkele schrijver kan zonder feedback. Ook niet de doorgewinterden onder hen. Ik herinner me een gesprek met Renate Dorrenstein waarin ze stelde: ‘Ik zou niet zonder mijn redacteur kunnen’.
Ik was verbaasd dat zelfs een grootheid zoals zij een redacteur nodig had. Maar ze lachte en zei: ‘Natuurlijk heb ik die nodig. Iemand moet alle inconsequenties uit mijn verhaal halen. Die zie ik zelf niet meer.’
Feedback kan dodelijk zijn
Feedback kan dodelijk zijn voor je schrijflust. Want wat als je partner of je vriendin je tekst teruggeeft en zegt: ‘Het boeit mij niet zo, sorry hoor.’
Jij dacht dat je een bloedspannend verhaal had geschreven en je proeflezer vindt er niets aan. Dat had je niet verwacht.
De moed zakt je in de schoenen. Het is heel moeilijk, zo niet onmogelijk om opgewekt je verhaal op te pakken en er opnieuw mee aan de slag te gaan.
Je bent je schrijflust kwijt
Het blijkt onmogelijk om weer contact te maken met die energie, die opwinding, die schrijflust waarmee je je verhaal oorspronkelijk schreef.
Je kijkt naar buiten en het regent. Niets is meer leuk. Je weet niet hoe je verder moet en in het ergste geval druk je op de knop ‘delete’.
Het kan ook anders
Linksom of rechtsom: feedback heb je nodig. Als schrijver zit je bovenop je verhaal en bepaalde zaken zie je domweg over het hoofd. Dus die frisse blik, dat tweede paar ogen, die heb je nodig.
Ik heb ook eens een schrijver horen zeggen: ‘Feedback trek ik me alleen aan als die komt van iemand die ik als schrijver bewonder.’
En daar zit ‘m de clou. Je partner of je buurvrouw of je vriendin kunnen wel je eerste lezer zijn. Zij kunnen je vertellen of het verhaal boeit of verveeld. Maar ze kunnen nooit de vinger op de zere plek leggen.
Feedback geven is een kunst
Feedback geven is een vak op zich. Een goede feedbackgever houdt rekening met het niveau van de schrijver, maar zegt wel waar het op staat. De feedbackgever wijst bijvoorbeeld op zaken binnen het verhaal die ongeloofwaardig zijn.
Een heel goede feedbackgever legt uit waarom hij dat vindt en doet een voorzetje om dat op te lossen.
Daar kun je mee verder als schrijver. Daarmee kun je terug naar de schrijftafel. Nu weet je waar het rammelt en je kunt gericht aan de slag om het te repareren.
Het is de moeite waard om goed na te overwegen aan wie je feedback vraagt. Is diegene zelf deskundig? Zo niet, weet dan dat je een lezersreactie krijgt. Goede feedback komt van een ervaren proeflezer, een redacteur of een schrijfcoach.
Wil je verder lezen over schrijven en over waarom je soms jezelf in de weg zit, waardoor het schrijven niet zo vlot loopt als je zou willen?
Download dan hier mijn gratis e-boek: Hoe je direct kunt starten met schrijven van verhalen op basis van je eigen leven zonder je zorgen te maken of je wel genoeg schrijftalent hebt.
Laatste berichten van Marjon Sarneel (toon alles)
- Schrappen maakt je verhaal stukken beter en zo pak je dat effectief aan - 11 juni 2020
- Een schrijfdroom moet je nooit opgeven - 4 november 2019
- Hoe je het brein van je lezer activeert en je verhaal beeldend maakt - 15 oktober 2019
Ik deel deze zienswijze niet. De lezer bepaalt in eerste instantie of je boek lezenswaardig is, voor hem/haar schrijf je het boek. Als je negatief commentaar krijgt is de vraag hoe je dat gaat veranderen en dáár heb je dan wel een deskundige voor nodig die de kneepjes kent. Maar dat is pas stap twee.
Helemaal mee eens Duke. In die zin is ‘het boeit me niet’ nuttige feedback. Alleen kun je daar als (beginnende) schrijver niets mee. Dat is het punt dat ik probeerde te maken.
Daar ben ik ook achter: vraag feedback aan een deskundige!
Als het gaat om het ‘repareren’ van zaken (wat gaat er mis en hoe los je dat op) heb je inderdaad de feedback van een deskundige nodig.
Toch vind ik pure lezersfeedback ook belangrijk, vooropgesteld dat de proeflezer van het genre houdt. Als meerdere proeflezers aangeven dat het niet genoeg boeit, is dat super vervelend maar moet je toch echt nog eens met andere ogen naar je manuscript kijken. Uiteindelijk zijn het wel de lezers (zonder schrijfervaring) die jouw boek gaan lezen (of het na tien pagina’s voor gezien houden).
Ik heb suggesties van een proeflezer overgenomen. Bij herlezing vind ik dat je deze zinnen er zo uithaalt. Het zijn niet mijn woorden.
Ha Sandra, een goede proeflezer geeft aan waar het misloopt,wat er rammelt, wat niet geloofwaardig is, waar het inzakt enzovoorts.
Het is niet aan de proeflezer om oplossingen aan te dragen, maar aan de schrijver om de opmerkingen van de proeflezer te verwerken.