Om je verhaal spannend te houden, heeft het wendingen nodig. Het is niet voldoende om prachtige zinnen en beeldende beschrijvingen te geven. De lezer kan denken: ‘prachtige stijl, hoor, de eerste twintig bladzijden; maar nu ken ik het wel. Waarom zou ik er nog 150 achteraan plakken?’
Maak de lezer nieuwsgierig
De belangrijke reden waarom mensen doorlezen, is omdat ze nieuwsgierig zijn naar wat er verder gaat gebeuren. En dat geldt niet alleen voor het grote verhaal, maar ook op het niveau van de scène zorg je ervoor dat er geen aanleiding is om het boek weg te leggen.
Neem nou La Superba, van Ilja Pfeiffer. Ik ben een liefhebber van zijn poëzie, dus die roman van hem, dat zag ik wel zitten. Ik kan niet anders zeggen dan dat die man fantastisch kan schrijven. La Superba is geschreven in een heerlijke stijl. Alleen: na een pagina of zestig had ik het wel gezien. De hoofdpersoon heeft weliswaar een afgehakt been gevonden, maar het interesseert me niet genoeg om daar lang door geboeid te blijven. Dus hoe gaat dat: je begint uit nieuwsgierigheid aan een ander boek. En daarna weer een ander boek. La Superba, ik vergat het. Het ligt nu ergens naast mijn bed, onder een aantal andere romans.
Heel goed mogelijk dat op bladzijde honderd toch nog een spannend verhaal op gang komt, maar het is al te laat. Ik ga het niet meer uitlezen. Wil jij dat ook met jouw boek? Ja, die Libris Literatuurprijs waarschijnlijk wel, die Pfeiffer ermee won. Maar dat het publiek alleen maar het begin van je verhaal leest, dat lijkt me geen fijn vooruitzicht.
Je verhaal hangt van ‘beats’ aan elkaar
Wendingen! Wendingen! Alsjeblieft, doe me een lol en zorg dat er iets te beleven valt. Dat begint al op microniveau, in de scène. Je zorgt dat de personages steeds een verwachting hebben. En als die verwachting niet uitkomt, wat doen ze dan? In de wereld van het scenarioschrijven, noemen ze dat een ‘beat’. Elke keer als een personage van strategie verandert, of voor een keuze komt te staan, ontstaat er een dramatisch interessant moment. Je hele verhaal hangt van dat soort momenten aan elkaar.
Zo werkt het in de praktijk
Ik geef een voorbeeld. Hendrik komt bij Susan aan de deur, vast van plan om haar de liefde te verklaren. Ze laat hem binnen, maar in de woonkamer treft Hendrik een andere man (Remco). Hij loopt op sokken. Hij schenkt zichzelf iets in uit de drankkast en biedt Hendrik ook een glas aan. De moed zakt Hendrik in de schoenen. Maar in de keuken fluistert Susan Hendrik toe dat ze het zojuist heeft uitgemaakt met Remco, maar dat hij maar niet wil vertrekken. In een vlaag van daadkracht zoent Hendrik haar vol op de mond. Remco, die net de keuken binnen komt, duwt hem weg. Er volgt een worsteling, waarbij Susan de zijde van Remco kiest en ze samen Hendrik overmeesteren.
Het is maar een simpel verhaaltje. Maar je ziet dat er in elke zin iets gebeurt dat van Hendrik verlangt dat hij de situatie moet heroverwegen en zijn strategie moet aanpassen. Daarbij komt dat het gedrag van Susan tegenstrijdigheden vertoont. Hendrik en de lezer proberen allebei te doorgronden wat haar drijft. Dat maakt de lezer betrokken.
Heb jij genoeg ‘beats’ in je scènes? En zo niet: zie je mogelijkheden om die toe te voegen? Deel het met je vrienden van Boekschrijven.nl.
David Mulder
Laatste berichten van David Mulder (toon alles)
- Hoe je hoofdstukken schrijft die zinderen - 12 mei 2021
- Hoe schrijf je over jouw eigen leven? - 1 februari 2021
- Vier tips om meer te schrijven in minder tijd - 22 juli 2020