Een verhaallijn is moeilijk om te overzien. Als je midden in de scène zit kun je nog wel bepalen of het spannend is of niet. Maar hoe die spanning zich verhoudt tot wat er voorafging en wat er daarna komt, wordt alweer moeilijker. Laat staan de spanningsboog die meerdere hoofdstukken omspant, of zelfs het hele boek.
Een schilder die met een detail bezig is, neemt vaak een paar passen afstand om te kijken of de verhoudingen nog kloppen. Voor een schrijver ligt dat lastiger. Je kunt wel een eind bij je computer vandaan lopen, maar dan nog zie je maximaal drie alinea’s op je scherm.
Tip 1: Zet de spanning in een grafiek
Probeer de loop van de verhaallijn eens visueel te maken. Je trekt een lijn van links (eerste hoofdstuk) naar rechts (slot). Als er veel spanning en actie is, dan gaat ‘ie omhoog, wanneer het rustiger is, weer omlaag.
Het is logisch dat deze grafieklijn zal schommelen. De boog kan immers niet de hele tijd gespannen staan. Maar ik neem ook aan dat de lijn aan de rechter kant gemiddeld hoger zal uitslaan dan links.
Een andere statistische afbeelding die je kunt maken gaat over wanneer je welke thema’s of verhaallijnen aan bod laat komen. In een roman lopen verschillende ontwikkelingen vaak door elkaar heen. Probeer overzicht te krijgen over wanneer ze aan bod komen in het verhaal.
Zo kan het je opvallen dat je vier hoofdstukken achtereen helemaal niets meer zegt over een conflict dat in eerste instantie heel belangrijk leek. Door met verschillende kleuren een schema te maken, zie je in een oogopslag waar gaten vallen.
Tip 2: Vergelijk het begin met het eind
Als je het hele plot al hebt uitgewerkt voordat je begint met schrijven, kun je het begin en het eind eens naast elkaar leggen.
Stel jezelf de vraag: wat is er nu werkelijk veranderd? Heeft de hoofdpersoon een ontwikkeling doorgemaakt? Is er een beslissing genomen die invloed zal hebben op de levensloop van meerdere personages? Heb je dingen verteld die nieuw licht werpen op scènes aan het begin van het boek?
Zo niet, dan heb je nu de aanleiding om drastische keuzes te maken. De boel scherper neerzetten. Plotwendingen als haarspeldbochten, in plaats van een flauwe knik in een polderweg.
Tip 3: Niet schrijven maar lezen
Toen ik werkte aan mijn roman Hexum, die uiteindelijk 360 pagina’s zou beslaan, waren er momenten dat ik het echt niet meer zag. Ik had het gevoel dat ik geen grip had op het boek. Per scène wist ik prima waar ik mee bezig was, maar welke dynamiek lag er in het gehele verhaal?
Er zat niets anders op dan het hele ding integraal gaan lezen. En wel als lezer, niet als schrijver die elke zin die hem niet bevalt wil veranderen.
Dat kostte me moeite. Niet alleen omdat ik op mijn handen moest zitten om mezelf te weerhouden van herschrijven. Ook omdat ik verder wilde met het verhaal. Een schrijfsessie was voor mij alleen maar geslaagd als ik minimaal 500 woorden aan de tekst had toegevoegd. En nu zat ik dagen achter elkaar alleen maar te lezen!
Tijdverspilleng, dacht ik. Maar dat was het niet. Toen ik de hele tekst gelezen had, was ik weer helemaal on top of it. Een heerlijk gevoel.
David Mulder
Laatste berichten van David Mulder (toon alles)
- Hoe je hoofdstukken schrijft die zinderen - 12 mei 2021
- Hoe schrijf je over jouw eigen leven? - 1 februari 2021
- Vier tips om meer te schrijven in minder tijd - 22 juli 2020
Hoi. Ik ga hier nu tekst neerzetten en graag zou ik willen dat je hem voor me beoordeelt. Alvast erg bedankt!
Kreunend drukt Lisa haar wekker uit. Vervolgens laat ze zich doodmoe achterover vallen in het kussen. Tussen de rode gordijnen voor het raam, komt een kleine lichtstraal naar binnen, dat net op het voeteneind rust.
Vijf minuten later kijkt ze weer op de wekker. Die geeft vijf over zeven aan.
Met een diepe zucht gaat Lisa zitten.
Dan hoort ze een knagend geluid en kijkt ze naar haar hamster in zijn kooitje.
‘Goedemorgen Hammie.’ Ze kijkt lachend naar Hammie en loopt naar hem toe.
Ze maakt het deurtje open en pakt met één hand Hammie eruit. Ze loopt terug naar haar bed en laat Hammie even lopen. Hammie is een tamme, maar een drukke hamster, dus hij rent van het kussen naar haar voeteneind. Lisa houdt hem nauwlettend in de gaten, zodat hij wel op het bed blijft en ook niet gaat plassen of poepen.
Na een paar minuten pakt ze hem weer op en zet hem in zijn kooitje terug.
‘Nu mag je hier weer ravotten’, zegt Lisa. ‘Maar eerst zal ik je bakje bijvullen en je water verversen. Ze haalt zijn etensbakje eruit, gooit het laatste restje leeg in haar prullenbak en vult hem met vers voedsel. Ze zet hem terug en haalt dan zijn waterflesje eruit. Die reinigt ze in de badkamer en hangt hem met vers water terug in de kooi. Nog één keer aait ze Hammie om zich vervolgens aan te kleden.
Het eindresultaat bekijkt ze in de spiegel en ze lacht zichzelf tevreden toe. ‘Nu moet ik wel opvallen bij Lars’, zegt ze hardop.
Vrolijk loopt ze naar de badkamer, poetst haar tanden, wast zich en kamt haar haar.
Dit keer laat ze haar haar los. Ze lacht nog een keer triomfantelijk tegen zichzelf en loopt dan naar beneden.
‘Goedemorgen mam!’
‘Goedemorgen schat. Heb je een goede nachtrust gehad?’ Mevrouw Boers loopt naar Lisa toe en geeft haar een zoen op haar wang.
‘Ja. Behoorlijk. Beter als afgelopen nacht. Maar dat kwam door dat moeilijk proefwerk van gister.’ Meteen komt er een schuldige blik op mevrouw Broers haar gezicht. ‘Wat is er mam?’ vraagt Lisa.
‘Ik had je nog willen vragen hoe je proefwerk was gegaan. Maar dat is me gister helemaal ontschoten en ik wist hoe moeilijk je de stof vond.’
‘Och mama. Daar hoef je je niet schuldig om te voelen. Hij ging juist best goed. Door middel van jouw tips die je me nog gaf, de avond van te voren, ging hij juist beter.’
Dan kan mevrouw Broers weer lachen. ‘Gelukkig maar meid. Je brood staat op tafel en je lunch staat in de koelkast. Even kijkt Lisa mevrouw Broers betekenis vol aan. ‘Dank je wel mam. Ook dat je nog naar mijn proefwerk vroeg!’ Dan geeft ze mevrouw Broers een kus en gaat aan tafel zitten. Al lezend eet ze haar brood op. Ze zet haar bord op het aanrecht, pakt haar rugzak waar ze haar broodtrommel in doet en trekt haar jas aan.
‘Mama, ik ga naar school!’
‘Tot vanmiddag schat!’
Beste Stefanie,
Bedankt voor je reactie en je enthousiasme.
Onze schrijfcoaches krijgen vaak een verzoek om een tekst door te nemen en van feedback te voorzien. Daarom hebben we hier een service voor in het leven geroepen. Kijk even op deze pagina, daar vind je alle informatie en de voorwaarden: https://www.boekschrijven.nl/quickscan/
Schrijf ze!
– Koen
Ook een leerzaam stuk trouwens. Bedankt!
Naar aanleiding van een andere vraag van me; ik zou graag een digitaal schaduwdocument achter de hand willen hebben waarin ik alle personen, acties, motieven etc. zoveel mogelijk kan linken, naar een 2e, 3e tekstslaag. Zoals je dat bijv ziet in wikipedia. Effe een voorbeeldje: “Jan (= link) is kok(=link -> Jan werkt in Huize Zonsondergang=link dat wel onder aan de zeedijk lag), hij gebruikt veel nootmuskaat (=link) in de soep die hem doet herinneren (herinnering=link) aan die zomer van 1983(=link)… Zijn daar specifieke gebruiksvriendelijke txtprogramma’s voor? Tip iemand? Alvast veel dank!
Wat je wil kan gewoon in Word. Selecteer het woord in je gewone tekst waaraan je de link wil vastknopen en kies dan Insert/Hyperlink (ik heb alleen de Engelse Word versie). De rest is intuïtief. Je kunt met ctrl-A de gehele tekst selecteren en dan alle hyperlinks verbreken op het moment dat je klaar bent of de hyperlinks niet meer nodig hebt. Je kan ook linken naar andere documenten: het hoeft niet per se een website te zijn (URL-adres). HTH.
Hoi Leonardo, inderdaad, dom van me, had ik gewoon kunnen weten 🙂 Dank toch voor de tip! Ik moet alleen wel eerlijk tegen mezelf zijn door niet al mijn tijd te steken in het schaduwdocument, maar gewoon aan de bak moet met het originele verhaal.
Graag zou ik een boek vinden waarin informatie te vinden is over het schrijven van een goede dialoog. ( voor script)