Ronald Giphart publiceert in De Volkskrant sinds een paar maanden een feuilleton.
Elke zaterdag verschijnt een aflevering van een verhaal. Tot zover niets bijzonders. Het leuke is, dat hij de lezer ook vertelt wat zijn overwegingen zijn tijdens het schrijven.
Nu wordt het interessant voor ons, de lieden die zich verdiepen in het schrijfproces, de vakidioten die alles willen weten over de werking van tekst.
Vooral in de eerste paar afleveringen gunde Giphart ons een kijkje in de schrijverskeuken. Zo vertelde hij dat hij het verhaal begon met een flashback, omdat hij zich nog niet wilde vastleggen op een specifieke verteltechniek in het heden. Die beslissing schoof hij liever voor zich uit.
Elke eerste versie is gammel en wiebelig
Wat ik geweldig vind aan deze vorm, is dat de schrijver de tekst durft te tonen terwijl die nog gammel en wiebelig is. In feite krijgen we de eerste versie van een manuscript te lezen.
Zou dit een op de gangbare manier geschreven roman zijn, dan hadden we die nooit in deze vorm onder ogen gekregen. Na vele redactierondes zou het verhaal gepolijst zijn.
Nu dus niet. Giphart vertelt over reacties van lezers, die hem attent maken op fouten in de tekst.
In de ene aflevering had hij het over dertien kinderen die mee op vakantie waren; de week daarop waren het er ineens twaalf. Iemand anders had hem erop gewezen dat een knoflookstreng helemaal niet stinkt, zoals Giphart in een beschrijving suggereerde.
Te laat voor veranderingen
Wat ook opvalt: ontwikkelingen in het verhaal worden soms niet voorbereid. Dat is logisch, in dit geval. Voorbereiden doe je bij het schrijven namelijk meestal achteraf. Stop maar met fronzen: ik leg het uit.
In het verhaal gaat een reisgezelschap aan boord van een schip. het blijkt dat aan aantal van hen de nacht tevoren flink heeft doorgezakt. Blijkbaar was dat een plotselinge ingeving van de schrijver, want van de voorgaande afleveringen kon ik me niet herinneren dat de mannen blijkgaven van barstende koppijn of brakke lijven. Giphart zou normaal gesproken wat aanpassingen in de eerdere tekst doorvoeren. Maar ja. Die was al afgedrukt.
Vergelijk het met een platenmaatschappij die microfoons in de oefenruimte van een bandje hangt en de opnames meteen in de winkel legt.
De romancier schiet van hot naar her in de tekst
Een roman in feuilletonvorm: het is eigenlijk niet te doen. De romancier schotelt ons een collage van beelden en gebeurtenissen voor, waaruit datgene dat van belang is als het ware opstijgt. Daarvoor is het nodig om steeds heen en weer te schieten in de tekst, om al die elementen op elkaar af te stemmen.
De avonturen van Sherlock Holmes volgden elkaar 40 jaar lang wekelijks op in het blad The Strand Magazine. Ook Charles Dickens publiceerde zijn romans als feuilleton. Nu moet ik bekennen dat ik niet het hele oeuvre van Dickens heb gelezen, maar van David Copperfield kan ik me herinneren dat het boek een lineaire vertelvorm had. Dat werkt toch gemakkelijker, als feuilleton.
Bij Sherlock Holmes moeten alle ontwikkelingen weliswaar van tevoren bijzonder goed vastgelegd zijn, anders zou de schrijver ervan, sir Arthur Conan Doyle, zichzelf behoorlijk in de nesten gewerkt hebben. Maar ook bij Holmes geldt: het gaat om het verloop van de intrige, niet om de ontwikkeling van het karakter.
Petje af voor Giphart
Niets dan lof over Gipharts initiatief, evenwel.
Volg jij Gipharts feuilleton? En, wat vind je ervan?
David Mulder
Laatste berichten van David Mulder (toon alles)
- Hoe je hoofdstukken schrijft die zinderen - 12 mei 2021
- Hoe schrijf je over jouw eigen leven? - 1 februari 2021
- Vier tips om meer te schrijven in minder tijd - 22 juli 2020
ik ben geen specifiek fan van het werk van Giphart, maar het pleit voor hem dat hij dit aandurft. Een verhaal leest vaak als een golf, maar hoe vaak ik geen scenes en zelfs ook hele persoonlijkheden aanpas om een kloppend geheel te krijgen….
Ongeloofelijk hoe een ogenschijnlijk simpel plot, zoals Blauw water van Simone van der Vlucht, enorm lastig in elkaar blijkt te zitten. Inderdaad het kiezen van het perspectief alleen al is lastig. Ik loop tegen het feit aan dat ik op bladzijde zes al drie dagen en drie nachten beschreven heb, in mijn ogen veel te snel te veel. Herkent iemand zich hierin, en zo ja, tips??
Hallo Laura,
Ja, dat zie ik vaker bij beginnende schrijvers terugkomen. Dat ze te snel hun kruit verschieten. Na een paar pagina’s heb je bijna je hele verhaal al verteld, terwijl je je had voorgenomen om een dikke roman te schrijven… Wat kan helpen, is om elk afzonderlijk hoofdstuk als een op zichzelf staand verhaal te benaderen. Dan neem je rustig de tijd om de problematiek die in dat hoofdstuk aan de orde is, volledig uit te diepen. Inzoomen op de afzonderlijke scènes, zodat je niet in de verleiding komt om alleen maar de rode draad van je verhaal te belichten…
Veel succes!
David
That’s way more clever than I was expecting. Thanks!
Ik probeer me ertoe te zetten het te lezen, iedere week. Maar ik denk steeds – hoe kan het dat deze man zo’n populaire schrijver is, want wat is het slécht…. Ik vind de aanvullingen van de lezers nog het meest boeiende.
Als je zegt: het is eigenlijk de “draft version”, dan wordt het allemaal iets meer te accepteren, maar het leidt er bij mij niet toe dat ik de behoefte voel iets van zijn werk te lezen.
Hoi Alexandra,
Ik las afgelopen zaterdag in de Volkskrant een interview met Giphart, waarin hij zegt dat hij alles wat hij tot nu toe heeft geschreven aan het feuilleton, drastisch gaat herschrijven. Het is de bedoeling dat er een boek van komt. Voor de ‘die hards’ een leuke aanleiding om nog meer inzicht te krijgen in zijn schrijfproces. Maar je hebt gelijk: als je het met tegenzin leest, dan is er ook geen lol aan…
David