Voor een boekenschrijver is ‘tonen niet noemen’ het eerste gebod. Zo kreeg ik op het toenmalige Colofon in Amsterdam als eerste schrijfopdracht ‘Vis die geen vis is.’ We moesten vis beschrijven zonder het woord ‘vis’ te gebruiken.
Ik beschreef zilveren schubben, partjes citroen het donkere kantwerk van vinnen en werkte me in alle bochten om het V-woord maar niet te gebruiken. Het duurde echter nog een paar jaar voor ik begon te begrijpen wat het schrijversgebod ‘tonen niet noemen’ feitelijk inhoudt.
Vijf zintuigen
Wij mensen nemen de wereld om ons heen waar via onze vijf zintuigen; Een zilte geur, de scherpte van citroen in je mond, de zilverglans van schubben, de gladde natte huid van de vis. Het kletsend geluid van een staart op porselein. Al die gewaarwordingen komen bij ons binnen als losse flarden. Het begrip ‘vis’ is nog niet in ons opgekomen.
Slotsom
Eenmaal in onze hersenen worden al die gewaarwordingen samengevoegd, aangevuld en omgezet tot één coherent beeld. Dat coherente beeld zou je als een soort eindconclusie kunnen zien. De slotsom van al die losstaande waarnemingen en impulsen.
Dat gaat razendsnel. Zo snel zelfs dat we niet eens meer in de gaten hebben dat we het doen. Van al die losse zintuiglijke waarnemingen herinneren we ons alleen nog de eindconclusie. Pas na de eindconclusie zien, horen en proeven we wat ons werd opgediend als vis.
Niet het menu maar de maaltijd
Als schrijver ben je de ober en de chef van je eigen boek. Enkel de dingen noemen is niet genoeg.
Het is dan alsof je je lezer enkel het menu meegeeft en hem vertelt dat hij de kleur, de smaak, de geur en het gevoel er zelf maar bij moet bedenken.
Om je lezer echt binnen de wereld van je verhaal te trekken moet je hem het hele gerecht opdienen.
En zoals je weet eten we niet alleen met onze tong en neus, maar ook met tastzin, onze oren en ogen.
Om je lezer echt alle gewaarwordingen mee te laten beleven, moet je hem de losse zintuiglijke ervaringen voorschotelen zoals ze zich in beginsel aan jou hebben voorgedaan.
Waarnemingsproces omdraaien
Het kan zijn dat je als schrijver moet beginnen bij de eindconclusie: Er moet een vis worden opgediend. Vandaar werk je terug. Als chef moet je die vis als het ware terugfileren tot die eerste losse zintuiglijke flarden. Het vleugje zeelucht, de flits van zilver, de fijn geaderde vinnen. Het doffe oog. Het weke slappe lijf. Het geluid van nat vlees als hij van je vork glipt.
Als goede ober haal je vervolgens het menu van tafel. Pas dan dien je je gerecht op. Met precies genoeg gewaarwordingen om bij te dragen aan een zintuiglijk festijn.
[wave] Meer schrijftips? Vraag de gratis schrijfles aan.
Inez Risseeuw
Laatste berichten van Inez Risseeuw (toon alles)
- Hoe kies je de beste titel voor jouw boek - 5 augustus 2021
- Het geheim van een goed kinderboek - 21 juni 2021
- Een titel voor je boek - 3 maart 2021
Ik word weer met mijn neus op de feiten gedrukt!
Hoi Francine, Ik hoop dat het je niet alleen met je neus op de feiten drukt maar dat het je ook echt helpt,
Succes, Inez
Erg leuk stukje.. Erg hulpzaam ook. Bedankt.
Hoi Peter,
Fijn om te horen dat je er iets aan hebt. Succes met het schrijven van je boek,
Inez
Heel goed om dit in het achterhoofd te houden tijdens het schrijven! Maar ook best moeilijk, zeker wanneer je niet in cliché’s wilt vervallen. Ik vraag me ook iets af; is het noodzakelijk om altijd alle zintuigelijke waarnemingen te laten mee werken? Meestal pik er maar een paar uit per gelegenheid. Het lijkt me te geforceerd om telkens alles uit de kast te halen.
Groet, Bo.
Hoi Bo, Natuurlijk hoef je niet alles uit de kast te halen in je tekst, maar soms helpt het terughalen van zintuigelijke ervaringen je wel om weer helemaal in je verhaal terecht te komen,
Groet, Inez
Ik weet al sinds mijn jeugd zo ergens tussen mijn 7 en 12e jaar dat ik ooit een boek schrijven zou.En nu ik richting 60 loop is het boek bijna klaar.Zelfs de titel zit al meer dan 35 jaar in mijn hoofd.Ik ben er nu klaar voor om er aan te beginnen.De drang word ondraaglijk.Het moet er uit,de tijd is rijp.
Hoi Peter,
Ken je nanowrimo? Elke novembermaand kun je een maand lang meedoen met een wereldwijde schrijfmarathon. Dat zou je boek een enorme jumpstart geven. Groet, Inez
hey Inez,
dit is zo waar!
Hoe kan je nou schrijven over dat je aan het dansen bent in een club ben zonder dat er muziek is! of zonder de diepe bas van een song, en de andere wild dansende mensen om je heen er in verwerkt.
wat ik mij af vraag: hoe kan je dit het beste op papier zetten.
want als ik bijvoorbeeld een scene schrijf dan schrijf ik ook alle zintuigelijke dingen die om de persoon gebeuren op, en als ik iets geleerd heb is dat je wel iets aan de verbeelding moet over laten.
Als ik bijvoorbeeld denk aan een jong meisje wat met haar vriendin koffie zit te drinken op een terras, dan denk ik ook meteen aan de; blonde barista die bij de tafel naast hun twee geurende cappucino’s brengt, een oud stel wat aan een frisse salade zit en de geur van ceasarsalade zich verspreid over het terras, de warme zon die op de huid van het jonge meisje brandt, zweet en parfums die de andere terras gangers met zich mee dragen, het geroezemoes van het plein waar het terras gevestigd is.
nou als ik dat allemaal zou op schrijven zou het wel heel gedetailleerd zijn en is er dus geen plaats voor de fantasie van mijn lezers..
hoe kan ik dit voorkomen? want ik wil ook niet te weinig op schrijven..
Dat vind ik een goede vraag Inez. Ik wacht met je mee op het antwoord. Je wilt inderdaad genoeg vertellen om de omgeving voor een lezer zo levendig mogelijk te maken, maar je wilt ook niet verzanden in overbodige details die de lezer juist beperken en de soeplheid uit je verhaal halen. Ik ben benieuwd. Groet, Bo.
Hoi Simone ne Bo,
Er is een groot verschil tussen wat je al schrijvend tijdens je eerste versie allemaal aan zintuiglijke gewaarwordingen verzamelt, en wat er in je uiteindelijke tekst van blijft staan. Het verschil heet herschrijven en schrappen. maar in eerste instantie is het goed om al je indrukken te verzamelen, al is het maar om weer goed in je verhaal te belanden als schrijver,
Inez
Wauw. Ik had nog nooit van een website gehoord, waarop je deze dingen kan leren. Echt leuk, ik kijk nog maar net paar minuten rond en ik ben al helemaal overtuigd! Ik schrijf zelf ook ”verhalen” en hier heb ik echt wat aan! Ik zet verhalen maar tussen haakjes, omdat ik nog niet echt er van overtuigd ben dat ze heel goed zijn… Ik doe het dan ook gewoon als hobby, maar het lijkt me toch leuk om ze extra mooi over te laten komen. Ik zal voortaan wat vaker op deze website kijken, dat helpt me vast om het schrijven van verhalen voort te zetten! Bedankt! Groetjes, Eline.
Beste Eline,
Bedankt voor je leuke reactie. Goed om te horen dat we je kunnen inspireren.
En blijf lekker schrijven, vooral als het je hobby is. We zien je graag terug op de blog!
Groet, Koen – redactie Boekschrijven.nl
Beste Inez,
Ik wil je duizendmaal bedanken voor deze waardevolle les in schrijven. Boekschrijven.nl geeft eindeloze kennis en lessen weer, maar deze sprong er voor mij echt uit. De eerste keer dat ik het las, begreep ik vrijwel 80% van de inhoud niet. Talloze keren heb ik deze bladzijde opnieuw en opnieuw gelezen, eerst zonder enige vorm van succes. De eeuwige foto van de ober, de verschillende alinea’s en jouw foto onderaan de pagina heb ik minstens vijftien keer zien voorbijkomen. Jij typt op je profiel dat je je de eerste keer dat je schreef nog herinnert, maar wat in mijn geheugen gegrift staat, is de eerste keer dat ik las. Letters, aaneengeregen tot woorden, konden zinnen vormen en op hun beurt een hele nieuwe dimensie scheppen. Niet alleen God, maar ook schrijvers hebben de macht om te creëren en te besturen. Een hele nieuwe wereld ging voor me open. Op vlak van lezen, had ik verreweg meer aanleg dan de rest van mijn klas: soms een gave, soms een vloek, want lezen van losse woorden werd al snel extreem saai. De lerares gaf me dus een boekje, een dun boekje over Roos, met veel plaatjes. Toen de andere leerlingen van mijn leeftijd ook over Roos mochten lezen, was ik er al klaar mee. Roos, die nooit iets anders deed dan koek eten en blij zijn, verveelde me dood. Ik wilde verhalen lezen met realistische personages, verhalen met moeilijke woorden en lange zinnen. Ook al was ik zes, ik voelde dat de boekjes die mij voorgeschoteld werden, niet gemaakt werden op inspiratie van de schrijver, maar wel op makkelijke woorden, speciaal voor zesjarigen. Ik wilde uitdagingen, grote uitdagingen die me aan het denken zetten. Sindsdien ben ik dol op lezen, en later kwam ook schrijven erbij. Ondertussen ben ik veertien, wat op zich nog steeds een kind is, maar toch.
Jou tekst bleef me intrigeren, het liet me niet meer los. Net als de moeilijke boekjes toen ik zes was: een uitdaging. Hoe “toon” je in godsnaam een vis aan je lezers? Bij de laatste alinea tastte ik al helemaal in het duister. Het proces omdraaien?! Elke poging tot “tonen, niet vertellen” liep uit op een blunder. Mijn personage at een stuk zalm, wat ik probeerde te beschrijven. Ik zal je al mijn misclukkingen besparen, maar laat ik het zo stellen: mijn beste resultaat was: ‘Op haar bord lag iets wat tot voor kort nog kon zwemmen.’ Stroef, vaag en gewoon wansmakelijk. Als je een heerlijk stukje zalmfilet eet, wil je er niet aan herinnerd worden dat dat beestje een tijdje terug nog in de oceaan zwom.
Toen mijn personage echter met haar voeten in het warme zeewater stond, begon het tot me door te dringen: in plaats van gewoon te vertellen dat er kleine visjes om haar benen zwemmen, moet je de belefenis dichter bij je lezer brengen. Wat zie je als visjes om je voeten cirkelen? Wat voel je, wat denk je? Dat werd uiteindelijk: “Toen ze voelde dat iets langs haar zongebruinde voeten streek, trok ze geschrokken haar benen uit het zoute water. Nieuwsgierig bracht ze haar gezicht tot vlak boven de waterspiegel om tot de conclusie te komen dat tientallen, kleine diertjes in het water rondzwommen. Fijne schubben in tropische kleuren en flinterdunne, sierlijke staartvinnen schoten voorbij. Voorzichtig liet ze haar voeten, uitgerust van vrolijke nagellak, terug in het water zakken.” Ik weet dat het nog niet perfect is, maar oefening baart kunst, en het is alleszins stukken beter dan domweg te typen dat er vissen zijn. “Tonen, niet vertellen” toepassen op andere onderwerpen dan vissen, wordt een uitdaging, maar zoals ik al zei: sinds mijn zesde, ben ik dol op uitdagingen.
Nogmaals bedankt, en ik hoop echt dat ik een antwoord van u krijg.
Nina
Hallo Nina,
Wat geweldig om een reactie te krijgen waar ik zoveel in herken. Ook ik verdiepte me op de middelbare school al in allerlei vragen over het schrijven van proza.’
Schrijven leer je vooral door te schrijven en dat doe je.
‘Tonen niet noemen’ is echt een cruciale regel die, naarmate je er meer van snapt, je meer op gaat leveren.
Je gaat dan ook zien dat heel veel gepubliceerde schrijvers heel veel benoemen. Wat overigens niet perse fout is.
Het is meer een kwestie van je eigen stijl daarin vinden.
Lees je favoriete schrijvers er maar eens op na.
Groet en veel plezier met het verder schrijven,
Inez
P.S. Als je in de gelegenheid bent, kom dan a.s. zondag 8 september 2013 naar de open schrijfdag van wwww.schrijveninutrecht.nl
Beste Inez,
dankje voor je antwoord.
Helaas – en hier vervloek ik mezelf om – was ik vergeten dat ik hier een reactie had geplaatst en heb ik je antwoord verdomd laat gelezen.
Acht september is voorbij.
Utrecht is sowieso te ver weg, aangezien ik in België woon.
Mijn moeder heeft onlangs een Wordbestand gevonden op mijn computer: één van mijn boeken.
Ze vindt dat ik talent heb en aan schrijfwedstrijden moet deelnemen.
Ik heb gezegd dat ik dat niet wil, maar de waarheid is dat ik het niet durf. Alsof iets me tegenhoudt. En dat iets, ben ik zelf.
Toch blijft er een knagend gevoel hangen… Wie niet waagt, wie niet wint.
Zou u misschien weten of er schrijfwedstrijden zijn waar onervaren veertienjarigen uit België kunnen deelnemen?
Ik heb wel al wat geGoogled, maar hoe maak je het onderscheid tussen wat de moeite waard is om aan deel te nemen en wat niet?
Ik zou een antwoord echt waarderen.
Groetjes
Nina
Hallo Nina,
Luister ook vooral naar jezelf. Als je het te eng vind om aan een wedstrijd mee te doen, kun je misschien een andere manier vinden, die laagdrempeliger is, om je werk aan anderen kenbaar te maken.
Even uitleggen waar je op moet letten om onderscheid te maken tussen wat wel en niet de moeite waard is kan ik je niet 1,2,3 geven. Maar als je let op het ’tonen niet noemen’ zoals ik het uitgelegd heb in de blog ‘schrijver is ober’ heb je al een belangrijk element te pakken. Begin met 1 aspect en neem niet teveel hooi op je vork.
Veel plezier met het schrijven van je boek,
P.S. op 4 januari ben je welkom bij Schrijf! 2014, daar kunnen we dan ook even verder praten https://www.boekschrijven.nl/schrijf-2014/
Ik raak hier een beetje verloren van. Niet op een al te negatieve manier, natuurlijk. Ik zal het uitleggen: aan de ene kant hoor ik gevierde schrijvers over het weglaten van al te veel informatie, het inkorten van beschrijvingen en deze vooral aan de fantasie van jouw lezer over te laten. Dat kan ik begrijpen. Maar laat ik nu net een persoon zijn die ervan houd alles tot in de kleinste details te benoemen. Van een lampenkap in de hoek van een kamer, die scheef hangt rondom de lichtgevende bol, tot de vermoeide lijnen in het opmerkelijke gezicht van de hoofdrol spelende persoonlijkheid. En dan heb ik het nog niet eens over beschrijvingen van landschappen die aan een reiziger voorbij trekken, of de exacte hoogte van een wolkenkrabber ten midden van een verouderd dorp. Ik ben nog lang niet klaar met leren schrijven, maar als ik dit stuk mag geloven mag ik best gehoor geven aan de innerlijke drang (bijna) alles te benoemen, en daarmee juist weinig aan de fantasie van mijn lezer over te laten. Op de kleur van de scheef hangende lampenkap na, in dit geval. Of begrijp ik het verkeerd?
Hallo Timothy,
Als schrijver moet je in aanvang zoveel mogelijk van je indrukken vangen.
Dat doe je tijdens het losschrijven en de 1ste versie van je boek.
Als je in de volgende fase gaat herschrijven en daarmee in feite de tekst gaat bijschaven tot hetgeen je lezer onder ogen krijgt, moet je gaan selecteren. Dat betekent alleen je beste observaties en beschrijvingen overhouden en al het andere schrappen. Daarbij geldt ook de vuistregel dat je beter tonend dan benoemend kunt schrijven, zoals ik in de blog beschrijf.
Lees over de 2 fases in het schrijven in mijn blog over de 2 hersenhelften: https://www.boekschrijven.nl/hoe-schrijf-ik-een-boek/.
Ik hoop dat dit e.e.a. duidelijker maakt,
Veel plezier met (her)schrijven,
Inez Risseeuw