Tijdens mijn opleiding aan de Schrijversvakschool in Amsterdam was proza mijn hoofdvak. Als bijvak koos ik journalistiek.
In beide vakken wilde ik de verhalen van mensen leren vertellen.
Uiteindelijk ging het me erom mijn eigen verhaal te vertellen. Of ik dat nu deed in een afgeleide vorm, door middel van de levens van anderen of in een fictief verhaal, maakte voor mij weinig uit.
Echt of niet echt gebeurd
Voor de meeste mensen ligt het verschil tussen fictie en non-fictie in de vraag of het vertelde echt gebeurd is of niet.
Fictie wordt algemeen beschouwd als een verzinsel van de schrijver en non-fictie als de ware toedracht tot gebeurtenissen die in het echt hebben plaatsgevonden. Daarbij gaan we er vanuit dat de nadruk bij non-fictie ligt op het overbrengen van informatie en dat het bij fictie vooral gaat om verstrooiing en het emotioneel meeleven met de personages uit het verhaal.
Objectief bestaat niet
Nu gaan we steeds meer zien dat ook een weergave van waargebeurde dingen onherroepelijk de kijk bevat van de schrijver of verteller. Objectieve verslaggeving bestaat in feite niet. In zijn boek ‘Het zijn net mensen’ laat Joris Luyendijk zien hoe moeilijk het is voor een journalist om te ontkomen aan de beperkte kijk die hij van zijn opdrachtgevers en door zijn afkomst heeft meegekregen.
Objectieve verslaggeving is dus in wezen een fictie.
Tonen of benoemen
Bestaat er dan wel een wezenlijk onderscheid tussen fictie en waargebeurd? En op welke manier is dat onderscheid belangrijk voor ons als schrijvers?
Ik denk dat een meer wezenlijk verschil tussen fictie en non-fictie ligt in de stijl waarin je schrijft. In mijn blogpost ‘Boekschrijver is ober’ leg ik uit wat het verschil is tussen tonend en benoemend schrijven. Nu gebruik je beide stijlen door elkaar, zowel in een roman als bij een nieuwsverslag. Echter, de mate waarin je tonend of benoemend schrijft verschilt afhankelijk van of je fictie schrijft of bijvoorbeeld een nieuwsverslag of een blogpost.
Tonen bij fictie
De mate waarin je tonend schrijft zal groter zijn bij een fictief verhaal. Want daarbij gaat het er in eerste plaats om je lezer mee te slepen in je verhaal. Daartoe bouw je spanning op door vragen op te roepen. Je toont hem steeds kleine stukjes van de werkelijkheid waarin je personage leeft, genoeg om je lezer tevreden maar ook hongerig te houden.
Je zorgt ervoor dat je tot het eind van het verhaal genoeg raadsels op blijft roepen. Zo sleep je je lezer mee. Pas aan het eind heeft de lezer, als het goed is, de antwoorden op zijn belangrijkste vragen gekregen.
Benoemen bij non-fictie
Bij non-fictie gaat het minder om de beleving en veel meer om de weergave van informatie en letterlijke feiten. Een benoemende stijl noemt de zaken expliciet bij de naam. Je vat dingen samen, betoogt een mening, legt uit, verklaart, trekt conclusies en vat de informatie nog eens voor je lezer samen. Je zorgt ervoor dat hij de informatie op een zo duidelijk en overzichtelijk mogelijke manier binnenkrijgt.
Vragen of antwoorden
Je zou kunnen zeggen dat het er bij fictie om draait je lezer zo lang mogelijk in spanning te houden omtrent de antwoorden op zijn vragen. Bij non-fictie moet je er juist voor zorgen dat je de antwoorden op een aantal vragen zo efficiënt en overzichtelijk mogelijk aan je lezer overbrengt. Daarbij is een tonende stijl vooral geschikt om de plaatjes te laten zien. In een benoemende stijl komt concrete informatie het best tot zijn recht.
Schrijf je zowel fictie als non-fictie? Hoe ervaar jij deze verschillen in schrijfstijl? Of merk je de verschillen wanneer je verschillende teksten leest? Ik hoor graag van je.
Inez Risseeuw
Laatste berichten van Inez Risseeuw (toon alles)
- Hoe kies je de beste titel voor jouw boek - 5 augustus 2021
- Het geheim van een goed kinderboek - 21 juni 2021
- Een titel voor je boek - 3 maart 2021
Het verhaal wat ik nu heb geschreven is non-fictie maar de omgeving is mij bekend, dat vind ik prettig dan weet ik wat daar is enz.
Hoi Inez, dank voor je uitleg!! wow, hier was ik naar op zoek. Het is mij nu eindelijk duidelijk hoe ik eigenlijk schrijf 🙂
Ik merk heel erg de verschilen als ik non-fictie en fictief schrijf. Het is een doorlopend verhaal met beide stijlen. Het is spannend omdat ik nogal beeldend schrijf en inderdaad de lezer mee wil nemen, maar het zijn ook feiten/waarheden, waar ik dan weer extra onderzoek naar doe omdat ik het belangrijk vind de lezer hierover meer te vertellen. Ik vind het echt een hele uitdaging en best moeilijk, maar het is wel mijn manier. Ik hou van spanning in een boek en het is best spannend om je eigen (levens)verhaal op papier te zetten, omdat het waargebeurd is. maar ik heb personages en situaties soms met meer spanning, soms met minder spanning beschreven. Klopt het dat ik dan van non-fictie meer fictie maak?
Hallo Margie,
Goed om te horen dat je het verschil gaat zien. Dat is het belangrijkste, dan kun je er bewust gebruik van gaan maken.
Wat betreft je vraag aan het eind; ik zou eerder denken dat je overschakelt tussen tonend en benoemend schrijven.
Kijk nog maar een in mijn blogs daarover.
Succes met schrijven.
Inez Risseeuw
Hallo Allemaal,
Om welke reden zou een lezer fictie moeilijk te kunnnen onderscheiden van non fictie?
Hallo Mariah,
Ik begrijp je vraag niet helemaal. Bedoel je waaraan een lezer het verschil kan zien? Of om welke reden dat verschil interessant zou zijn voor een lezer? Op de eerste vraag kan ik alleen maar zeggen dat dat verschil lang niet altijd zichtbaar is.
Alleen als er voor in het boek staat:
‘Enige overeenkomst met bestaande personen berust op toeval’ of iets van die aard dan weet je dat je het verhaal als verzonnen moet beschouwen. Ook als het gebaseerd is op een bestaand persoon of gebeurtenis uit de realiteit. Bij non-fictie boeken staat het vaak wel op de omslag of in de introductie vermeld.
Op de tweede vraag zou ik zeggen: ‘Dat ligt aan de lezer. Ik zelf vind het eigenlijk niet interessant of iets echt gebeurd is of niet, want ik wil meestal gewoon een goed verhaal lezen. Maar als het me om de feiten gaat dan is het natuurlijk wel belangrijk om te weten of het verhaal echt zo is gebeurd.
Beantwoordt dit je vraag een beetje?
Inez Risseeuw
Hallo Inez,
Ik vind dat u in dit antwoord voor mij persoonlijk veel vragen heeft beantwoord en inzicht heeft gegeven op uw mening tegenover de situatie.
Maar ik denk dat de vraag meer was in de richting van “Hoe is het moeilijk om dit te zien”, onbegrijpend dus.
Dus de vraag is meer “Waarom is het nodig hierover te schrijven, want ik denk dat het onderschijd wel duidelijk is/moet zijn voor iedereen.”
Beantwoord ik zo *uw* vraag?
Mvg,
Mr Buciallati
Beste mw. Buciallati,
Ik heb deze blog geschreven omdat het onderscheid wat vroeger gehanteerd werd, waar of niet waargebeurd, niet meer opgaat aangezien die twee genres steeds meer door elkaar zijn gaan lopen.
En omdat de verschillen tussen fictie en non-fictie een interessant licht werpen op de twee uiterste stijlen waarin je kunt schrijven. Een schrijver die zich daar bewust van is en die twee stijlen goed leert hanteren heeft de twee belangrijkste gereedschappen in handen om spannend proza te schrijven.
Groet,
Inez Risseeuw
Is het verschil tussen fictie en non-fictie niet dat de lezer een verschillende houding inneemt tegenover beide vormen?
Bij fictie is de vraag: is dit waar? niet relevant, want het gaat om de overdracht van iets anders: een thema, een boodschap, een inzicht.
De waarheidsvraag bij non-fictie kan wel relevant zijn: kloppen de feiten? zijn de beweringen goed beargumenteerd?
Je moet overigens geen ruzie maken over het onderscheid, want een lezer kan best geïnteresseerd zijn in de feitelijke achtergrond van een fictief verhaal, dus daar gaat het verschil van hierboven alweer… En Annejet van der Zijl presenteert het goed met feiten gedocumenteerde verhaal van Sonny Boy toch ook een beetje als fictie, waarvoor we dan weer de term faction hebben.
Maar de relevantie van de waarheidsvraag is meestal een aardig
criterium om de grenzen af te bakenen tussen non-fictie en fictie.
Hallo Jacques,
Klopt wat je schrijft. Een ander verschil is de schrijfstijl.
Bij fictie gaat het om het verhaal en de spanning en moeten de antwoorden zo lang mogelijk worden uitgesteld.
Bij non-fictie gaat het juist om de antwoorden en die komen dan ook zo snel mogelijk aan bod.
Dat zorgt ervoor dat je in een verhaal vooral een tonende stijl moet
hanteren die vooral zintuiglijk is. Bij non-fictie mag je veel meer
uitleggen en concluderen. Lees mijn blog ‘Schrijver is ober’ maar eens na.
Inez Risseeuw
Hallo Inez,
Ik heb een manuscript dat ik (bewust) zoals fictie heb geschreven, met een thema, een boodschap voor de lezer en open plekken, zoals jij bij fictie beschrijft. Maar het berust wel op een waargebeurd verhaal.
Het is nu bijna gereed om te versturen, maar waar naartoe? De fictie of non-fictie afdeling van de uitgever? Het leest duidelijk als een roman. Wat zijn de criteria, die zij als onderscheid hanteren?
Met groet,
Nicole
Hallo Nicole,
Ik zou me niet te druk maken over dat onderscheid. Je kunt beter in de boekhandel gaan kijken bij welke recente boeken jouw boek volgens jou het best zou passen en dan kijken bij welke uitgever dat vandaan komt. En dan informatie over die uitgevers inwinnen en dan evt. pas je manuscript daarheen sturen. Zo gericht mogelijk sturen! En een goede begeleidende brief kan helpen! (Zie schrijfhandboeken of Schrijven magazine voor tips.)
Succes!
Inez Risseeuw
Je mama ✊???
ayt deze site is wel lit bro
wat is fictie en non-fictie nou ( ik bedoel wat is het verschil?)