Ik logeer op dit moment bij een vriendin. Zij wil dolgraag een roman schrijven. Al jarenlang. Elke keer als ik langs kom, schrijven we samen een stukje. Als ik dan een jaar later weer op bezoek kom, heeft ze ondertussen de halve wereld gezien, maar heeft ze niets geschreven.
‘Toch staat het elke week op mijn to-do lijstje,’ zegt ze. ’Maar het lukt me niet eens om een korte blog te schrijven.’
Hoe komt dat? Waarom gaan we niet simpelweg schrijven als we dat zo graag willen? Waarom werkt Ank heel trouw haar hele lijstje af, maar schuift ze het schrijven altijd door naar de volgende week? En het is niet alleen Ank die dat doet. Ik doe het zelf ook. En ik zie het bij al mijn cursisten gebeuren.
Dat komt omdat we naar de verkeerde stem in ons luisteren.
Toestemming om roman te schrijven
‘Elke keer als ik ga schrijven, bedenk ik me dat ik eigenlijk niets te zeggen heb,’ zegt Ank. ‘En dat er al zoveel mensen schrijven.’
Deze kritische stem is de reden waarom we keer op keer niet gaan schrijven.
‘Ik wacht eigenlijk totdat iets in mij zegt dat het goed is om te gaan schrijven,’ vervolgt Ank.
Ank wacht op toestemming. Toestemming van die strenge stem in haar hoofd die haar keer op keer vertelt dat ze geen boek kan schrijven, dat ze niets te zeggen heeft.
De criticus
Dat gaat niet gebeuren. Deze stem, die Julia Cameron in haar schrijfboek ‘The Artist’s Way‘ de censor, of de innerlijke criticus, noemt, zal altijd ondermijnende dingen blijven zeggen over je schrijven.
Toen ik een schrijfcursus bij Natalie Goldberg volgde, zag ik daarvan het levende bewijs. Natalie liet ons tien minuten lang vanuit deze criticus schrijven.
Natalie schreef ook mee en las haar stuk later voor. ‘Je kan niet schrijven, je zal hier nooit van kunnen leven, je bent geen schrijfster.’ Ondertussen heeft Natalie velen schrijfboeken op haar naam staan en is ze wereldwijd een erkend schrijfdocente. ‘Mijn criticus is ontzettend achterhaald, hij zegt al jaren hetzelfde.’
Dit liet mij glashelder zien dat het geen zin heeft om te wachten totdat mijn criticus zijn kop dicht houdt. Die zal altijd door blijven praten. De kunst is om naar een andere stem te leren luisteren. Eentje die niet zo hard schreeuwt als de criticus, maar de stem die elke week weer ‘schrijf je roman’ op je lijstje zet.
De schepper
Julia Cameron noemt die stem het artistieke brein, die niet zoals het logische brein hecht aan efficiëntie en nut, maar poëtisch en onlogisch is. Het artistieke brein, oftewel de schepper, kan niet wachten totdat we eindelijk gaan schrijven.
Dit is de stem die ons toestemming zou moeten geven om een boek te schrijven en niet de criticus.
Maar het is een hele kunst om naar deze stem, die aanspoort om ons creatief te uiten, te luisteren en de kritische stem te negeren. Het is dan ook geen goed idee om te gaan zitten wachten op een teken van leven van het artistieke brein. Zij wacht, zwijgt en komt pas echt tot leven als je daadwerkelijk gaat schrijven.
De kunst is dus om, ondanks het woordenvuur van de criticus, gewoon te gaan zitten en toch te schrijven. Maar hoe doe je dat dan?
Schrijf je roman
Ten eerste helpt het als je die kritische stem in je leert herkennen. Dat is het halve werk. Dat je die stem leert te zien voor wat hij is. Een sterke stem. Maar niet de enige.
Ga er niet mee in discussie, dat win je nooit. Maar probeer om niet alle autoriteit aan deze stem te geven.
Soms helpt het om ergens anders ‘toestemming’ te vinden. Zoals in een schrijfcursus. Als schrijfdocente is het mijn voornaamste taak mensen toestemming te geven om simpelweg te schrijven. Iets wat de criticus meestal niet toestaat. Maar als je opdrachten en huiswerk krijgt, is de drempel om te gaan schrijven veel lager.
Het kan ook helpen om de ochtendpagina’s te schrijven, die Geerteke nu ook doet. Door simpelweg elke ochtend drie pagina’s te schrijven, geef je de criticus minder ruimte. En als je schrijft, schrijf dan in 1 keer door zodat die kritische stem niet de kans krijgt om je tekst continu van commentaar te voorzien.
Of ga eens samen met iemand anders schrijven. Dat heb ik net met Ank gedaan. Aan de hand van een kaartje uit mijn schrijf-inspiratie-spel hebben we tien minuten geschreven over onze wc’s. Onverwachte woorden begonnen te stromen. Het artistieke brein werd wakker geschreven.
Het hoofd luchten
Dus. Herken je eigen innerlijke criticus. Neem de dingen die hij zegt niet voor waar aan. En ondanks die stroom van ondermijnende twijfels: schrijf je roman. Help jezelf door een schrijfcursus te volgen of jezelf een opdracht te geven; in de vorm van de ochtendpagina’s of door tien minuten te schrijven over een concreet onderwerp.
En mocht die criticus echt zijn mond niet willen houden, geef hem dan tien minuten.
Schrijf alles op wat deze stem te zeggen heeft. En zie de humor er van in. Maak een personage van de criticus. Is hij een Indiase ambassadeur, een gestreste zakenman of een conciërge die eigenlijk dichter had willen worden? Ik hoor graag wie jij in je hoofd hebt wonen.
[wave] Meer schrijftips? Vraag de gratis schrijfles aan.
Nanda Huneman
Laatste berichten van Nanda Huneman (toon alles)
- Leren schrijven doe je zo! - 8 september 2021
- Begin je boek met een proloog - 9 oktober 2020
- Schrijf een pakkend begin van jouw boek - 27 augustus 2020
Kun je de ochtendpagina’s ook later op de dag schrijven? Want al enige tijd neem ik me voor om met de ochtendpagina’s te beginnen, maar stel het telkens uit vanwege het tijdstip waarop ze geschreven moeten worden. Vier dagen in de week sta ik om zes uur op zodat ik om half acht op mijn werk ben. Als ik voor die tijd mijn ochtendpagina’s moet schrijven, dan moet ik er al om vijf uur uit…..
Hoi Marja,
Jazeker, de ochtendpagina’s mogen ook middag-, avond- of nachtpagina’s zijn. Het voordeel van de ochtend is dat je vaak in een andere bui bent en je hoofd dan nog niet zo vol is.
Maar als ik een ritme zoals jij had, zou ik dat ook niet doen! Ik raad cursisten altijd aan om ermee te experimenteren. Wat is voor jou het beste moment? Na het acht uur journaal? Voordat je gaat slapen? In de trein? Het belangrijkste is dat je een ritme vindt. Zodat je niet elke dag het besluit hoeft te nemen dat je gaat schrijven. Maar dat je dat als vanzelf doet, op een vast moment van de dag, op een vaste plek.
Hartelijke groet, Nanda
Wat een idee om van de innerlijke criticus een personage te maken!! Ik kom maar niet over mijn drempels heen om te gaan schrijven. Vooral ‘er schrijven al zoveel mensen’ voert de boventoon. Maar bij het idee om er een personage van te maken, ha! ik zie zo al drie karakters voor me… Wat nou, geen fantasie???
Leuke reactie Jeanet!
Dit is precies de bedoeling – lachen om je eigen criticus. Dat brengt wat meer lucht in je schrijfproces. Die kritische stem kan inderdaad je fantasie aanwakkeren.
En tja, er schrijven veel mensen, maar geen van die mensen schrijft zoals jij. Iedereen heeft een unieke stem. Jij dus ook. Laat ‘m horen!
Groet, Nanda
Heeft het nog zin om een roman te schrijven? We hebben nu al moeite om een gaatje te vinden omdat we het druk hebben met ons leven, onze sociale netwerken, of omdat de spannende tv-reeks voorrang krijgt, of ons fitnessprogramma geen zittend leven toelaat, of, wel iedereen vult het plaatje zelf in. Ofwel hebben we zoveel tijd over dat we zeggen: komaan, we zullen een boekje schrijven, dat is tenminste een nuttige besteding. En dan worden de uitgevers overstelpt met manuscripten die niets te vertellen hebben en geschreven door dilettanten die hun schrijftalent aan de tekstverwerker overlaten. En dan praten we nog over het gunstigste geval. De meeste manuscripten worden niet meer gelezen omwille van tijdgebrek bij de uitgever. Uitgeven is nog moeilijker, omdat de moderne uitgever enkel nog commercieel denkt en dus de voorkeur geeft aan een bekende naam, eventueel bijgestaan door een ghostwriter. En je bent maar zo goed als je laatste uitgegeven boek, zo gaat dat tegenwoordig, je blijft een ‘first time author’ die met harde concurrentie rekening moet houden. Door de enorme keus van romans word de koper gedwongen om een selectie door te voeren. Hij zal dan ook het boek kiezen waarvoor reclame wordt gemaakt (liefst op tv) en niet wat er op de flap staat. In ons taalgebied is het fenomeen ‘literaire agent’ bijna onbestaand en moet de schrijver dus een lijdensweg ondergaan om zijn zweet en tranenproduct aan de man te brengen, wat heel frustrerend is natuurlijk. Ten slotte zal hij zelfs geneigd zijn om zijn werk uit te besteden aan een obscure uitgever die enkel via het internet werkt, of zieliger nog, zal hij betalen voor zijn eigen product. Het print-on-demand systeem kan eventueel een oplossing bieden, maar enkel als het boek een ISBN en wettelijk depot krijgt, maar dat gebeurt zelden. Bovendien is de moderne lezer niet geneigd om dagen of weken op zijn bestelling te wachten. Uiteindelijk is er trouwens weinig verschil met uitgeven in eigen beheer; je moet je roman zelf aan de man brengen.
Nee, je moet wel behoorlijk sterk in je schoenen staan, literair talent en ervaring hebben, de uitgeverswereld kennen (liefst met iemand uit de sector op intieme basis omgaan) en een onderwerp onder de knie hebben dat genoeg kopers kan aanspreken (we praten dan over een minimum oplage van 2.000 exemplaren). Ik zou de would-be auteurs, die niet aan deze criteria beantwoorden, afraden om te schrijven. Er zijn leukere manieren om je vrije tijd door te brengen…
Haha, dit is echt een monoloog van een innerlijke criticus! Inderdaad, als je je dit allemaal gelooft, zou je het schrijven meteen opgeven.
Het lastige van zo’n criticus is natuurlijk dat het realistisch is wat hij zegt.
Maar schrijvers zijn af en toe gebaat bij een bepaalde naïviteit. Waardoor je niet al te veel nadenkt over (realistische) obstakels.
Als schrijver moet je soms oogkleppen opzetten en oordoppen in doen en gewoon domweg je passie blijven volgen.
Helemaal mee eens
Schrijven moet je allereerst doen zonder je te bekommeren om een uitgever.
Waarom wordt schrijven als hobby zo uitgelachen? Vraag je aan iemand die als hobby koken heeft ook wanneer hij zijn eerste restaurant opent? Dacht het niet!
Of aan iemand die als ontspanning voetbalt, wanneer we hem in het nationale elftal mogen zien?
Laat iedereen die wilt schrijven lekker schrijven.
Mooi gesproken Gerty!
Tja, ik begrijp best wel wat Walter bedoeld, maar met die instelling is er de lol van schrijven inderdaad meteen af. Daarom zeg ik ook op mijn beurt. Blijf plezier in schrijven houden. En als je een doel voor ogen hebt, om het verhaal misschien te willen uitgeven, doe het. Zet door. Een mens moet nou eenmaal plannen in zijn leven maken, anders wordt het naar mijn mening saai. En… die niet waagt die niet wint. Dus ook ik ben het met Gerty eens.