Schrijven is niet alleen maar leuk. Vaak is het gewoon keihard werken. Op dit moment werk ik bijvoorbeeld aan de ik-weet-niet-meer-hoeveelste herschrijfronde van mijn nieuwe boek. Moedeloos word ik er van. Weer de hele boel op de schop. Ik dacht dat ik klaar was!
Maar ik weet ook dat dat herschrijven (en de bijkomende moedeloosheid) bij het schrijfproces hoort.
Daarom ga ik trouw naar mijn schrijvershuisje op Terschelling en vul mijn tijd met schrappen, aanvullen en omvormen. Omdat ik weet dat het slechts één kant van de medaille is. En dat na het harde werk, de inspiratie weer moeiteloos zal stromen. Want het schrijfproces heeft altijd twee kanten. Ploeteren en stromen.
Schrijven is het soms even niet weten
Gisteren maakte ik na mijn noeste schrijfarbeid een lange strandwandeling. Er stond een stevige wind.
Ik begon de wandeling met de zon in de rug en de wind recht van voren.
Ondertussen raasden de gedachten door mijn hoofd.
‘Dat ene personage moet eruit en die andere moet bozer reageren. En wat is eigenlijk de onderliggende gedachte van die laatste scene?’
Kwartjes vielen langzaam. Ik zag eerlijk gezegd weinig van de zee. Zag enkel zinnen, hoofdstukken en plotwendingen op de kust breken.
Schrijven is het opeens wel weten
Dat veranderde meteen toen ik de andere kant op liep. Wind in de rug, zon in het gezicht. Ik werd verblind door het weerkaatsende water. Zag de grutto’s voor de branding uitrennen. Wat was het hier eigenlijk mooi. Ik liep rechtop, maakte zelfs een huppeltje en vergat dat hele boek. Totdat ik aan het einde van de wandeling met mijn voeten in de zee stond en opeens wist: zo moet het!
Schrijven is ploeteren en stromen
Schrijven is een combinatie van deze twee processen. Van het ploeteren tegen de wind in – eindeloos herschrijven, denken, schrappen, draaien. En van meestromen met de wind – genieten van wat komt en dan overvallen worden door een geweldige ingeving.
Twee onafscheidelijke processen
Het is belangrijk om te beseffen dat het een niet zonder het ander kan. Als schrijven alleen ploeteren wordt, dan klopt er iets niet. Dan ben je waarschijnlijk te technisch of perfectionistisch bezig. Af en toe moet je je gewoon mee laten voeren door de woordenstroom, genieten van het proces en je laten verrassen.
Maar als je alleen maar stroomt, mist er hoogstwaarschijnlijk ook iets. Het is nodig om af en toe kritisch en technisch naar je woordenstroom te kijken. En om te herschrijven. Eindeloos vaak.
Af en toe een stukje met de wind mee, dan er weer tegen in. Zo vorm je – heel letterlijk – je eigen boek. Meebewegen en sturen. Stromen en schuren. Ontspannen en hard werken.
Eerst bouwen, dan breken
Natalie Goldberg vergelijkt het schrijfproces met het bouwen van een huis. Een echte bouwvakker, schrijft ze, heeft er geen moeite mee om af en toe een gat in een muur te slaan. Terwijl wij, leken, dan denken: oh wat zonde van die mooie muur waar zoveel werk in zit!
Maar de bouwvakker ziet geen muur. Hij ziet een creatieproces. Hij ziet een huis in wording. En hij weet dat bij bouwen slopen hoort. Dus de hamer er in. En ruimte maken voor nieuwe mogelijkheden.
Daarom breek ik dit weekend weer wat van mijn verhaal af. En langzaam rijst er wat nieuws op uit het puin. Voel ik wind in mijn rug. De nieuwe woorden beginnen te stromen.
Hard werken, ja. Opgeven, nooit
Dus laat je niet ontmoedigen door al dat ploeteren. Echt, de wind zal draaien en de inspiratie stromen. En als je het gevoel hebt dat je alleen maar doelloos stroomt, maak je geen zorgen – op den duur zal de tegenwind jouw verhaal zichtbaar maken.
Vertrouw op de winden van het creatieve proces. En doe wat je moet doen. Of het nu stromen of ploeteren is. Het een is niet beter dan het ander. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille. En ze vormen jouw eigen boek.
Nanda Huneman
Laatste berichten van Nanda Huneman (toon alles)
- Leren schrijven doe je zo! - 8 september 2021
- Begin je boek met een proloog - 9 oktober 2020
- Schrijf een pakkend begin van jouw boek - 27 augustus 2020
Prima onder woorden gebracht!
Deze column plak ik vandaag nog in mijn schrijfdagboek!
Zeg dat wel, pfff… Ik ben net klaar met de honderdtachtigste keer de uitbreidende en de beperkende bijzinnen te herzien, wel komma of juist niet, kan het zonder “en” of met? Kan ik de toevoeging weglaten zonder dat het aan kracht inboet? Is het drama droog genoeg en “klein” genoeg? Moet het gesproken tekst zijn of beter van niet? Vragen vragen, steeds weer vragen, bij ieder boek opnieuw. Het is NOOIT klaar.
De twijfel bij elke zin groeit aan tot een worsteling waar je van wakker kunt liggen, wijzigen en weer wijzigen, om dan toch maar weer terug te keren naar de oorspronkelijke versie.
Maar… niet iedereen leest zo kritisch als de uitgever.
Heb je een schrijfdagboek? Wat een goed idee eigenlijk, haha!
Allemaal erg herkenbaar. Ik ploeter heel wat af en heb steeds het gevoel dat het nooit goed genoeg is.
Wanneer komt je nieuwe boek uit?
He heerlijk om dit te lezen. Geeft me gevoel dat ik niet de enige ben die dit zo ervaart (schrijven is soms best eenzame bezigheid). Dank!
Leuk om te lezen dat jullie je in de tekst herkennen!
Dat helpt deze ploeterende schrijver om op de woordenstroom te vertrouwen.
Bedankt.
Lees eens het nawoord in Haruki Murakami’s “De Opwindvogelkronieken”: heel inspirerend en een hart onder de riem als je weer aan het corrigeren bent!
Ja dit stukje is een ankertje. Dank je wel. Ik herken t ook. Some zit t mee naar ook zijn er momenten waarvan ik denk: pfff
Dat is het ja, de ploeterende woordenstroom. Heeft het zin. JA..Vertrouw je erop JA. Ik ben toch niet zo’n eenzame zinpuzzelaar als ik dacht. Bedankt voor een extra stuk motivatie vandaag.
Leuk allemaal te lezen zeer benieuwd van wie er straks een boek in winkel ligt. Enjoy met schrijven
Wat een mooie blog, ik ga hem ook uitprinten en bewaren.