Van clichéfiguur naar boeiend personage - Boekschrijven.nl

Soms, als ik een personage uit het niets wil bedenken, komen er in eerste instantie alleen maar stereotypetjes in me op. Je kent ze vast wel; de wijze oude vrouw, de stoere bouwvakker, het mooie meisje, de gevoelige dichter.

Het zijn nogal cartoonachtige figuren en wat ik ook probeer, ze worden maar niet van vlees en bloed. Ze komen niet echt tot leven.

Hoe verander je dat?

personageClichéfiguren zijn flat characters

In de literatuur worden ze ook wel flat characters, vlakke personages, genoemd. Ze hebben meestal één opvallende eigenschap. En gedurende het verhaal blijven ze min of meer hetzelfde eenduidige figuurtje.

Ze zijn misschien grappig voor een stripverhaal of een sprookje. Maar als hoofdpersoon in een realistisch verhaal voldoen ze niet, omdat ze niet genoeg complexiteit hebben en niet wezenlijk kunnen veranderen.

En dat is essentieel voor een verhaallijn die spanning op moet roepen.

Je hebt diepgang en tegenstrijdigheid nodig

Nu wil ik een lekker realistisch verhaal schrijven. Zo’n verhaal waarbij je je echt lekker met de hoofdpersoon kunt identificeren en mee kunt leven. En om dat te kunnen moet mijn hoofdpersonage meer diepgang krijgen en meer tegenstrijdigheid.

Want juist door tegenstrijdigheid ontstaat er conflict in iemand en dat is de motor voor mijn verhaal.

Echte mensen zitten veel ingewikkelder in elkaar en mijn mooie meisje of mijn stoere bouwvakker moet dus meer diepgang hebben en meer complexiteit. Zij of hij heeft nog andere eigenschappen nodig, eigenschappen die misschien wel tegengesteld zijn aan die stereotype buitenkant.

Deze drie stappen helpen je om je vlakke personages te veranderen in boeiende personages met diepgang:

1: gebruik je cliché

Dus wat doe ik met mijn clichétypetjes? Deleten? In mijn prullenbak gooien om nooit meer naar om te kijken?

Ik heb gemerkt dat stereotype personages juist een prachtig opstapje kunnen zijn naar interessante, levensechte personages. Het vlakke personage is als deeg dat alleen nog moet rijzen. Je hoeft eigenlijk alleen nog gist toe te voegen; één tegengestelde eigenschap.

2: voeg een tegenstrijdige eigenschap toe

Voor mijn mooie meisje betekent dit dat ze ook nog iets anders in huis moet hebben. Iets dat je helemaal niet zou verwachten van zo’n meisje met blauwe ogen en blond haar. Een handicap die je niet meteen kunt zien bijvoorbeeld? Of een hele gemene karaktertrek? Extreme verlegenheid of slordigheid? Of is ze gewoon een boekenwurm die helemaal niet van uitgaan of van jongens houdt?

En de bouwvakker is vanzelfsprekend niet alleen maar stoer. Hij heeft een andere eigenschap waardoor die stoerheid in een ander daglicht komt te staan.

Maar pas op: maak geen Fisherman’s friend

Hoed je hierbij echter voor het Fisherman’s friend effect. Want doordat die tegenstelling stoerheid en gevoeligheid al zoveel gebuikt is, is ook dat een cliché geworden, zelfs een geijkte grap.

Misschien heeft onze bouwvakker een aparte hobby die je niet bij hem zou verwachten. Misschien is hij een vogelaar of hij houdt van opera. Of heeft hij de zorg voor een broertje met een zware handicap?

3: nuanceer met alledaagse realiteit

Met die tegenstrijdige eigenschap toegevoegd ontstaat er meteen veel meer materiaal voor een verhaal. Echter, je personage is nog steeds wat clichématig. Hij of zij heeft nu twee opvallende karaktertrekken en die werken een beetje als twee kleuren die wat al te fel zijn aangezet.

Werk je personage nu verder uit door ze te gaan nuanceren. Beschrijf ze in hele gewone alledaagse situaties. Op die manier temper je die felle kleuren en worden ze gewoner, nog iets meer van vlees en bloed.

Beschrijf ze tijdens de afwas, tijdens het in de rij staan voor de kassa. Bij het naar bed gaan of wakker worden. Geef ze kleine gewoontes die herkenbaar zijn voor je lezer.

Gooi je cartoonfiguurtjes dus niet weg maar breng nieuwe laagjes aan. Je zult zien dat ook jouw clichéfiguurtje snel tot leven komt.

The following two tabs change content below.

Inez Risseeuw

Ik herinner me de eerste keer dat ik echt schreef. De juf had echte inkt in de potjes in onze tafels gegoten. Uit een grote half doorzichtige fles. Het rook een beetje naar zoete medicijnen.

Laatste berichten van Inez Risseeuw (toon alles)