De (harde) waarheid over het schrijversvak

Je ziet het al helemaal voor je: in je huis onder de Spaanse zon schrijf je in alle rust aan je boeken. Zo nu en dan naar Nederland om je nieuwste titel te promoten. En verder nodig je natuurlijk veel literaire vrienden uit. Kunnen jullie nachten lang eten en drinken en praten over kunst.

Het schrijversvak kent vele zegeningen. Maar het bovenstaande is aan de orde voor slechts 0,002 procent van de schrijverspopulatie. Hoe ziet de praktijk van een gemiddelde schrijver eruit?

1: Andere schrijfklussen aannemen

O, wat zit je goed in je verhaal. Gisteren moest je midden in een heerlijke sterfscène stoppen om de kinderen uit school te halen. Je hoofd loopt over van beschrijvingen die gewoon op papier móéten. Maar eerst heb je een andere deadline.

Een recensie voor een tijdschrift. Je was zo lekker aan het schrijven, dat je zelfs aan het lezen van het boek dat je gaat recenseren nog niet bent toegekomen. Er moet brood op de plank, dus je personage moet nog maar even blijven leven…

2: De leraar uithangen

schrijversvak lerenHad je tijdens je middelbare school niet gezworen om nooit, maar dan ook nooit leraar te worden?

En daar zit je nu, met vier dames, twee vrouwen en een meisje, in een krap leslokaal in een cultureel centrum.

Je gaat de kunst van het schrijven doorgeven aan schrijvers in spe.

Natuurlijk zat je liever aan je eigen werk. En je kunt het jezelf moeilijk toegeven, maar eigenlijk is het best leuk. Stukje bij beetje zie je de cursisten vorderingen maken. En soms hoor je jezelf een advies uitdelen waarvan je denkt: zoiets zou in mijn eigen verhaal ook wel van pas komen…

3: Zeeën van tijd: ga er maar aan staan…

John Irving heeft er mooi over verteld. Toen zijn romans succesvol werden kon hij zijn vaste baan opzeggen en zich volledig op schrijven storten. Hij stelde het zich al helemaal voor: van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat vertoeven in die zelf verzonnen wereld van hem.

De teleurstelling was groot toen hij merkte dat het hem niet lukte om langer dan twee uur achter elkaar te schrijven. Dan was hij op. Er kwam niets meer uit zijn vingers en hij wist niet wat hij met de rest van de dag aan moest. Geleidelijk aan wist hij de tijdspanne op te rekken. Steeds langer lukte het hem aan zijn schrijftafel te blijven zitten.

4: En nu nog een mooi verhaal óver het boek

Wat een gelukzalig moment. Drie jaar gewerkt aan die roman. Je hebt hem vervloekt en je hebt hem bemind. En nu is hij klaar. Uitrusten? Niks d’r van. Zie dat ding maar eens onder de aandacht te brengen. Natuurlijk, de uitgever verstuurt zijn recensie exemplaren wel. Maar ze gaan er pas echt moeite in steken als het een succes blijkt.

Uitgeverijen zijn goed in publiciteit maken voor boeken die veel verkopen. Ze maken graag de stap van hoge oplage naar torenhoge oplage. De stap van ‘bijna niets’ tot ‘aardig wat’ interesseert ze minder.

Dus je moet zelf de boer op. Auteur interviews geven. Reuring veroorzaken. Je dacht dat je klaar was. Kijk maar, daar ligt het boek. Maar zo werkt het niet. Nu moet je nog een verhaal verzinnen waardoor mensen je roman willen lezen. En die twee hoeven niet per se zo veel met elkaar te maken te hebben.

5: En je relatie? Die lijdt.

Je partner staat er helemaal achter. Hij wil ook dat je succesvol bent in het schrijversvak. Maar wat als je dat weekendje weg toch weer afzegt, omdat je boek om aandacht vraagt? Wat als je tijdens een etentje steeds met je gedachten afdwaalt naar de problemen met je plot? ‘Je hebt een ander’, zal hij zeggen. En dat klopt. Die ander, die is er altijd.

Wat zijn jouw fantasieën over je toekomstige schrijversleven?

The following two tabs change content below.

David Mulder

Ik geef schrijfles sinds 1999. En natuurlijk zit ik zelf een groot deel van de dag te tikken. Ik maak allerlei soorten teksten, maar de meeste energie steek ik in mijn romans.

Laatste berichten van David Mulder (toon alles)